Formatief: Unit 2 H3

Unit 2 H3 - Texas
Boek erbij en doe mee! 
Een aanzetje tot leren.
1 / 30
suivant
Slide 1: Diapositive
EngelsMiddelbare schoolhavoLeerjaar 3

Cette leçon contient 30 diapositives, avec quiz interactifs et diapositives de texte.

time-iconLa durée de la leçon est: 30 min

Éléments de cette leçon

Unit 2 H3 - Texas
Boek erbij en doe mee! 
Een aanzetje tot leren.

Slide 1 - Diapositive

Hoe maak je de past perfect? Dus past en perfect..
timer
0:30

Slide 2 - Question ouverte

Welke tijd gebruik je voor de 1e gebeurtenis in een zin/op een tijdlijn?
A
past simple
B
past perfect

Slide 3 - Quiz

Om 2 gebeurtenissen in het verleden te beschrijven:
*past simple: ww+ed of 2e kolom ('rijtje') (bevestigend)
*past perfect: had + voltooid deelwoord (ww+ed) of 3e kolom (bevestigend)
Ga na: wat gebeurd er als eerste in het verleden? Daarvoor gebruik je de past perfect.

Slide 4 - Diapositive

I learned my lesson.
I had learned my lesson before the test
Past Perfect
Past Simple

Slide 5 - Question de remorquage

I had just cleaned my room.
When my mom walked in.
Past simple
Past perfect

Slide 6 - Question de remorquage

1. After I had taken a shower, I went to work
2. Lisa had been wondering who had tempered with the computer
3. Mike was looking for his dog when he found a kitten
past simple
past perfect
past continuous
past perfect continuous

Slide 7 - Question de remorquage

The moment I had stepped into the encloser, the animal smelled the food on me
Past simple 
Past perfect

Slide 8 - Question de remorquage

Do you already know the vocab and expressions?

Slide 9 - Diapositive

Maak een zin met het woord 'indicates'.

Slide 10 - Question ouverte

Vertaal: vereisen

Slide 11 - Question ouverte

Vertel: Zo zie ik het helemaaaaaaal niet.

Slide 12 - Question ouverte

Maak een zin met 'disturbing' en 'choppy'.

Slide 13 - Question ouverte

Back to grammar
The grammar is explained by me.

Slide 14 - Diapositive

Wat is de passive?
A
Tegenwoordige tijd
B
Voltooid verleden tijd
C
Lijdende vorm
D
IDK

Slide 15 - Quiz

Welke zin hieronder staat in de lijdende vorm?
A
The cookie was eaten by a monster.
B
The monster had eaten a cookie.

Slide 16 - Quiz

Welke elementen zitten in de passive?
A
had + voltooid deelwoord
B
to be + voltooid deelwoord
C
voltooid deelwoord
D
to be + ww-ing

Slide 17 - Quiz

Hoe maak je de passive?
  • present simple (tt) passive: am/is/are + voltooid deelwoord
  • past simple (vt) passive: was/were + voltooid deelwoord 

Slide 18 - Diapositive

Met de passive:
  • leg je de nadruk wat er gebeurt (niet wie wat doet)
  •  wie/wat iets ondergaat (die/dat 'lijdt')

In de repetitie: zie je passive staan? 🔔 Zet in/achter de zin 'by zombies'. 

Slide 19 - Diapositive

Voorbeelden:
Voorbeelden:
The M&M's were eaten BY me. 
(Niet: I ate the M&M's.)
The crisps are chucked in the bin BY Ruben.
(Niet: Ruben chucks the crisps in the bin.)

Slide 20 - Diapositive

Are these sentences active or passive?
Active
Passive
The thief was caught shortly after the robbery.
Harry graduated from university last month.
Chrildren are often told to clean their room.
My friend was in a car crash.

Slide 21 - Question de remorquage

Make this sentence passive:
The passive_______ (to learn) by zombies yesterday. (Let op: Welke tijd?)

Slide 22 - Question ouverte

Make the passive:
Christmas songs _______ (to sing) by zombies every year.

Slide 23 - Question ouverte

Grammar: possessive forms 
Used for people and animals, also plural (meervoud). 
Used for plurals that end with -s (meervoud).
Used for things, places and time.
's
of
'

Slide 24 - Question de remorquage

Which "Possessive" is correct?
A
Have you seen the news of today?
B
Have you seen today's news?
C
Have you seen the news van today?
D
Have you seen the news of the today?

Slide 25 - Quiz

Which "Possessive" is correct?
A
The tables' legs.
B
The legs of the table.
C
The legs' table.
D
The table's legs.

Slide 26 - Quiz

Which "Possessive"
is CORRECT?
A
This is Marys' car.
B
This is Mary's car.
C
This is Marys's car.
D
This is Marys car.

Slide 27 - Quiz

Possessive
Which is correct?
A
My grandparents house
B
My grandparent's house
C
My grandparents' house
D
The house of my grandparents

Slide 28 - Quiz

In Learnbeat in p2
  • uitleg
  • oefeningen

Slide 29 - Diapositive

Je hebt nu 15 minuten om je voorbereiden op een afrondende Kahoot. Wat ga je doen?
Uit mijn boek leren (woordjes).
Samenvatting v.e. grammatica-onderdeel maken.
In Learnbeat een filmpje opzoeken.
In Learnbeat een oefening kiezen.
Online in All Right mezelf testen.

Slide 30 - Sondage