Les 2 Artikelen prijzen

Wat doe jij in de winkel?

Artikelen prijzen
1 / 26
suivant
Slide 1: Diapositive
EconomiePraktijkonderwijsLeerjaar 2

Cette leçon contient 26 diapositives, avec quiz interactifs, diapositives de texte et 2 vidéos.

time-iconLa durée de la leçon est: 45 min

Éléments de cette leçon

Wat doe jij in de winkel?

Artikelen prijzen

Slide 1 - Diapositive

Wat is prijzen?

Slide 2 - Question ouverte

Artikelen prijzen
Als je artikelen binnenkrijgt van de leverancier, moet je ze soms prijzen. Dat kan op verschillende manieren. Prijzen doe je altijd netjes en precies. Voor de klant is het belangrijk om de prijs van het artikel te weten. 
Artikelen kunnen meestal niet meteen de winkel in. Eerst moet je ze ompakken. Dit betekent dat je ze klaar maakt voor de artikelpresentatie in de winkel. 

Slide 3 - Diapositive

Wat is ompakken?
A
op een andere plek in de winkel zetten
B
artikelen van achteren naar voren zetten
C
artikelen klaar maken om in de winkel te zetten
D
artikelen op datum zetten

Slide 4 - Quiz

Wat is een prijslijst?

Slide 5 - Question ouverte

Kruis het artikel aan dat NIET in dezelfde artikelgroep past.
artikelgroep: verse groente en fruit.
A
peren
B
ijsbergsla
C
appelsap
D
appels

Slide 6 - Quiz

Kruis het artikel aan dat NIET in dezelfde artikelgroep past.
artikelgroep: gereedschap
A
hamer
B
spijkers
C
accuboor
D
zaag

Slide 7 - Quiz

Kruis het artikel aan dat NIET in dezelfde artikelgroep past.
artikelgroep: bloemen
A
vaas
B
rozen
C
tulpen

Slide 8 - Quiz

Kruis het artikel aan dat NIET in dezelfde artikelgroep past.
artikelgroep: kleding
A
jas
B
trui
C
schoenen
D
broek

Slide 9 - Quiz

Vaak zijn artikelen al geprijsd door de fabrikant of leverancier. Is dit niet gebeurd? Prijs dan zelf de artikelen: 
  • Je legt de artikelen per artikelgroep bij elkaar. 
  • Je pakt de prijslijst erbij. Hierop kun je precies zien welke prijs elk artikel heeft. 
  • Je zoekt het juiste artikel op. 
  • Daarna stel je de prijstang in of maakt een prijskaart. 

Slide 10 - Diapositive

Artikelen kunnen op verschillende manieren een prijs krijgen. 

Slide 11 - Diapositive

Bij het prijzen let je op deze dingen: 
  • De prijssticker of het prijskaartje mag het artikel niet beschadigen. 
  • Er mag maar 1 prijssticker of prijskaartje op een artikel zitten. Behalve als het artikel is afgeprijsd, dan zit de oude prijs en de nieuwe prijs erop. 
  • De prijssticker moet recht op het artikel zitten. 
  • De prijssticker moet bij dezelfde soort artikelen altijd op dezelfde plaats zitten. 

Slide 12 - Diapositive

De shampoo is nog niet geprijsd en moet in het schap gezet worden. Welke manier van prijzen gebruik je?

Slide 13 - Question ouverte

Er zijn verschillende manieren om een artikel te prijzen: 
  • Het artikel is al door de fabrikant of leverancier geprijsd. 
  • Maak een prijskaartje voor op het schap. 
  • Maak en plak met een prijstang prijsetiketten op de artikelen. 
  • 'Schiet' met een ridderspoortang een nylon koordje door textiel en maak hieraan een prijskaartje vast. 

Slide 14 - Diapositive

Slide 15 - Vidéo

Slide 16 - Vidéo

Waar gebruik je een ridderspoortang voor?

Slide 17 - Question ouverte

Hoe zijn de vershoudzakjes geprijsd?

Slide 18 - Question ouverte

Afprijzen
Je weet dat je een artikel in de winkel moet prijzen voor je het in de winkel zet. Maar heeft een artikel altijd dezelfde prijs? Wat als er een aanbieding is?
 Bij een aanbieding dan gaan de prijzen omlaag. Dit betekent nieuwe prijsetiketten op de artikelen of een nieuwe prijs op de schapkaarten. Je moet de artikelen afprijzen,

Slide 19 - Diapositive

Slide 20 - Diapositive

Opprijzen
Je kunt artikelen ook opprijzen.
Je geeft de artikelen dan een hogere prijs, omdat de prijs omhoog gaat.

Slide 21 - Diapositive

Slide 22 - Diapositive

Omprijzen
Wanneer je artikelen een andere prijs geeft heet dat omprijzen.
Je kunt dus afprijzen en opprijzen.

Slide 23 - Diapositive

Wat is afprijzen?
A
een artikel duurder maken
B
een artikel uit het assortiment halen
C
een artikel goedkoper maken

Slide 24 - Quiz

Wat is voorprijzen?

A
de winkelier bepaalt zelf de prijs van een artikel
B
een artikel is al geprijsd door de fabrikant
C
je geeft het artikel een andere prijs

Slide 25 - Quiz

Omprijzen
A
het artikel heeft al een prijs
B
de juiste prijs moet nog bepaald worden
C
een artikel een andere prijs geven

Slide 26 - Quiz