H2 par. 2 Een leven lang leren

• Maatschappijleer
• Middelbare school
• mavo
• Leerjaar 3

Instagram is schadelijk voor het zelfbeeld van tieners. 

Vandaag

• Uitleg par. 2.2
• Afsluiten

Lesdoel

Aan het einde van de les kan je uitleggen: 

• Hoe rolgedrag beïnvloed onze eigen identiteit.

PTA

Planning

07/09: Vaardigheden: meningen en argumenten 

10/09: H1 par. 2 Hoe maken we keuzes? 

14/09: H1 par. 3 Hoe onderzoek je de samenleving?

17/09: H1 par. 3 Hoe onderzoek je de samenleving?

21/09: H2 par. 1: Hoe word je wie je bent?

24/09: H2 par. 1: Hoe word je wie je bent?

28/09: -

01/09: H2 par. 2: Een leven lang leren

05/10: H2 par. 3: Wat is normaal?

08/10: -

12/10: H2 par. 3: Wat is normaal?

15/10: Herhalingsles 

Herfstvakantie

NIEUWE DOCENT!

Hoe vindt socialisatie plaats?

Socialisatie vindt plaats door:

• informatie en aanwijzingen die je krijgt.
  
• imitatie van anderen.
  
• ervaringen.
  
• experimenteren.
  

Goed of fout gedrag?

Mensen in je omgeving letten op hoe jij je gedraagt.

Sociale controle

Sociale controle vindt overal plaats en heeft vanuit iemand een belang. Bijvoorbeeld:

• thuis (bv. door je ouders)
  
• op school (bv. door leraren)
  
• bij vrienden
  
• op straat (bv. door de politie)
  
• etc…
  

Sancties

Internalisatie

Internalisatie

Sommige dingen die je leert doe je na een tijd zonder erbij na te denken. Dat noem je geïnternaliseerd gedrag.

Identiteit

Je identiteit wordt gevormd door jou socialisatieproces. Heel belangrijk daarbij zijn groepen die jou gesocialiseerd hebben. Bijvoorbeeld:

•  Het land of de woonplaats waar je vandaan komt.
  
• De jongerencultuur / vriendengroep waar je bij hoort.
  
• Je geloof
  

Rolpatronen

Iedereen heeft verschillende rollen. Op school gedraag je je anders dan thuis, en bij je vrienden of bij je bijbaantje gedraag je je ook weer anders.

• Aanpassen

Rollen doorbreken

Wanneer je je gedraagt volgens een rolpatroon, dan vertoon je rolbevestigend gedrag.

Gendernormen

• De normen die bij een man of vrouw horen noemen we gendernomen.
  
• Soms is dat niet fijn omdat je bijvoorbeeld als meisje ook graag gaat skaten en sommige jongens liever naar ballet gaan.
  

Gendernormen

Sinds de jaren ‘60 zijn gendernormen aan het veranderen:

Het verschil tussen typische jongens- en meisjesdingen verandert.

Gendernormen

Transgender

Als iemand bijvoorbeeld een meisje is, maar zich vanbinnen meer als jongen voelt, dan spreken we over transgender.

 Omdat daar soms raar over wordt gedacht, kan dat voor deze persoon soms heel moeilijk zijn.

Geweld tegen transgenders. 

Klassengesprek "Gender"

- De stelling verschijnen op het bord. Je typ je mening met argumenten.

- Wil je reageren? Vingers opsteken! Max. 1 minuut per persoon.

- Wij luisteren naar elkaar. 

- Aan het einde van elk stelling geef iemand een kleine mondeling samenvatting.

Er moet geen verschil zijn tussen speelgoed voor jongens en en speelgoed voor meisjes.

Als een vriend of vriendin uit de kast komt, is de vriendschap over.

Docenten zijn strenger voor jongens dan voor meisjes.

Het is goed dat instanties genderneutraal communiceren.

Een kind heeft het recht om genderneutraal opgevoed te worden.

De aandacht voor transgenders is overdreven. Een X in het paspoort? Onzin!

Afsluiten

Aan het einde van de les kan je uitleggen:

   

• Hoe rolgedrag beïnvloed onze eigen identiteit.