KT2 woordenschat H1

KT2 woordenschat H1
Vorige les: woordraadstrategieën
Deze les: moeilijke woorden oefenen+ zelfstandig werken
1 / 22
suivant
Slide 1: Diapositive
NederlandsMiddelbare schoolvmbo k, g, tLeerjaar 2

Cette leçon contient 22 diapositives, avec quiz interactifs et diapositives de texte.

Éléments de cette leçon

KT2 woordenschat H1
Vorige les: woordraadstrategieën
Deze les: moeilijke woorden oefenen+ zelfstandig werken

Slide 1 - Diapositive

Weet je nog?
Noem zoveel mogelijk manieren om achter de betekenis van een woord te komen.

Slide 2 - Question ouverte

Check:
  • Ga op zoek naar een synoniem (=ander woord met dezelfde betekenis)
  • Het tegenovergestelde woord
  • Bekend woorddeel
  • Voorbeelden/ uitleg van het woord in de tekst
  • Woordenboek/ google

Slide 3 - Diapositive

We gaan oefenen
Met woorden uit hoofdstuk 1 woordenschat


Ready?

Slide 4 - Diapositive

Die serie is een aanrader!
Wat betekent aanrader?

Slide 5 - Question ouverte

Aanrader=
advies
of
aanbeveling

Slide 6 - Diapositive

Die moet je dus absoluut zien.
Wat betekent absoluut?

Slide 7 - Question ouverte

Absoluut=
zeker weten

Slide 8 - Diapositive

Je dient eerst de app te installeren.
Wat betekent 'dient'?

Slide 9 - Question ouverte

Dienen=
moeten

Slide 10 - Diapositive

Wat betekent:
'De smaak te pakken krijgen'?

Slide 11 - Question ouverte

Als je de smaak te pakken hebt 
dan
vind je iets zo leuk dat je er bijna niet mee op kunt houden
/
heb je plezier gekregen in datgene wat je aan het doen was

Slide 12 - Diapositive

Wat is een 'medische verklaring'?

Slide 13 - Question ouverte

In een medische verklaring
(afgegeven door een arts of specialist)
staat dat je (wel of niet) gezond bent

Slide 14 - Diapositive

Wat is een 'panorama'?

Slide 15 - Question ouverte

panorama=
Uitzicht naar alle kanten

Slide 16 - Diapositive

Als je 'een stap in de goede richting zet' dan...

Slide 17 - Question ouverte

Een stap in de goede richting=
dichter bij de oplossing komen

Slide 18 - Diapositive

Iemand die 'met beide benen op de grond staat' is.....

Slide 19 - Question ouverte

Met beide benen op de grond staan=
realistisch zijn 
nuchter zijn
dingen niet mooier zien dan ze zijn

Slide 20 - Diapositive

Hoe vond je het gaan?
Kende je al veel van deze woorden of uitdrukkingen?
makkie!
ik kende de sommige wel
ik kende slechts een paar nog niet
ik vond het erg lastig!

Slide 21 - Sondage

Dan nu:
10 minuten zelfstandig werken aan de opdrachten

Woordenschat H1

Volgende les: hoofdstuk afronden/ zelfstandig werken.

Slide 22 - Diapositive