Beantwoord de vraag. Maak de zin ontkennend. Vul alleen het deel wat ontbreekt in.
Gebruik alleen kleine letters en zet geen punt!
Elles habitent à Zwolle? Non, elles ............. à Zwolle.
Slide 9 - Question ouverte
Beantwoord de vraag. Maak de zin ontkennend. Vul alleen het deel wat ontbreekt in.
Gebruik alleen kleine letters en zet geen punt!
C'est un fromage super? Non, ............. un fromage super.
Slide 10 - Question ouverte
Beantwoord de vraag. Maak de zin ontkennend. Vul alleen het deel wat ontbreekt in.
Gebruik alleen kleine letters en zet geen punt!
Timéo et Jade adorent la musique? Non, ils ............. la musique.
Slide 11 - Question ouverte
Beantwoord de vraag. Maak de zin ontkennend. Vul alleen het deel wat ontbreekt in.
Gebruik alleen kleine letters en zet geen punt!
Elle achète une baguette? Non, elle ............. une baguette.
Slide 12 - Question ouverte
Beantwoord de vraag. Maak de zin ontkennend. Vul alleen het deel wat ontbreekt in. Let goed op aan/over wie het wordt gevraagd: soms verandert het onderwerp. Gebruik alleen kleine letters(wel bij namen) en zet geen punt!
Paul arrive à 18 heures? Non, ...
Slide 13 - Question ouverte
Beantwoord de vraag. Maak de zin ontkennend. Vul alleen het deel wat ontbreekt in. Let goed op aan/over wie het wordt gevraagd: soms verandert het onderwerp. Gebruik alleen kleine letters(wel bij namen) en zet geen punt!
Vous aimez la pizza? Non, ....
Slide 14 - Question ouverte
Beantwoord de vraag. Maak de zin ontkennend. Vul alleen het deel wat ontbreekt in. Let goed op aan/over wie het wordt gevraagd: soms verandert het onderwerp. Gebruik alleen kleine letters(wel bij namen) en zet geen punt!
Tu peux demain? Non, ...
Slide 15 - Question ouverte
Beantwoord de vraag. Maak de zin ontkennend. Vul alleen het deel wat ontbreekt in. Let goed op aan/over wie het wordt gevraagd: soms verandert het onderwerp. Gebruik alleen kleine letters(wel bij namen) en zet geen punt!