Past simple 5 met uitleg onr.ww.

Past simple
1 / 19
suivant
Slide 1: Diapositive
EngelsMiddelbare schoolmavoLeerjaar 2

Cette leçon contient 19 diapositives, avec quiz interactifs et diapositives de texte.

Éléments de cette leçon

Past simple

Slide 1 - Diapositive

Past Simple
Je gebruikt de Past Simple als iets gebeurd is in de verleden tijd en ook beëindigd is.

Wij noemen de Past Simple de Verleden Tijd.


Slide 2 - Diapositive

What did YOU do yesterday?
Tell us in one sentence!

Slide 3 - Question ouverte

Past Simple - Signaalwoorden

In de zin staan vaak een tijdsbepaling van verleden tijd.

  • yesterday
  • last week
  • ten minutes ago
  • in 2007
  • this morning

Slide 4 - Diapositive

 Regelmatige werkwoorden (rww)

Achter het werkwoord plaats je 'ed'

I walk -> I walked
it rains-> it rained
they beg-> they begged

Slide 5 - Diapositive

Past Simple - Onregelmatige werkwoorden

Sommige werkwoorden zijn onregelmatig (OWW) en dat betekent dat ze geen '-ed' krijgen maar hun eigen vorm hebben.

to write  -> wrote    I wrote her a letter last week.
to go       -> went      He went to Italy last year.
to make -> made     They made a very nice meal two days ago.


Slide 6 - Diapositive

Past Simple - OWW

Er zijn geen regels voor de OWW, je moet ze uit je hoofd leren. Je pakt voor de Past Simple de 2e kolom.

see - saw - seen
come - came - come

Slide 7 - Diapositive

Je gebruikt de Past Simple als...
A
iets gebeurd is in de toekomst
B
iets iedere dag gebeurt
C
iets gebeurd is in het verleden en afgerond is
D
iets nog niet gebeurd is

Slide 8 - Quiz


Wat is de Past Simple van go
A
gone
B
went
C
goed
D
goes

Slide 9 - Quiz


Wat is de Past Simple van tell
A
told
B
tolded
C
telled
D
tolt

Slide 10 - Quiz


Wat is de Past Simple van see
A
saw
B
seen
C
see
D
seed

Slide 11 - Quiz


Wat is de Past Simple van think
A
tought
B
taught
C
thought
D
thinked

Slide 12 - Quiz


Wat is de Past Simple van study
A
studyd
B
studyied
C
studyed
D
studied

Slide 13 - Quiz

Noem een onregelmatig werkwoord

Slide 14 - Carte mentale

Put the sentence into the past tense:
She plays football.

Slide 15 - Question ouverte

Put the sentence into the past tense:
Leo does his homework.

Slide 16 - Question ouverte

Put the sentence into the past tense:
I take a shower.

Slide 17 - Question ouverte

Next slide: oefeningen.
Niet allemaal maken! 

a. kies 2 oefeningen uit het 1e blokje.
b. kies 2 oefeningen uit het 2e blokje. 
c. kies 4 oefeningen uit het 3e blokje. 
OFFFFFFF: oefffffffffffen totdat je het onder de knie hebt :-)

Slide 18 - Diapositive

Slide 19 - Lien