‘Ik heb het zélf gezien!’ Je hebt zélf gezien, dat mama lekkere snoepjes heeft gekocht. Je hebt zélf gezien dat Dianne het vaasje liet vallen en dat het kapot was. Je hebt zélf gezien … Als je het zélf gezien hebt, is het toch waar? Of niet? In Jeruzalem hebben de discipelen het ook zélf gezien. Is het wáár wat ze hebben gezien? Luister!