H11 BOA

De bevoegdheid om staande te houden kan ook worden toegepast worden bij een getuige.
A
Juist.
B
Onjuist.
1 / 23
suivant
Slide 1: Quiz
Handhaver toezicht en veiligheidMBOStudiejaar 1

Cette leçon contient 23 diapositives, avec quiz interactifs et diapositives de texte.

time-iconLa durée de la leçon est: 45 min

Éléments de cette leçon

De bevoegdheid om staande te houden kan ook worden toegepast worden bij een getuige.
A
Juist.
B
Onjuist.

Slide 1 - Quiz

de getuige
Indien noodzakelijk voor de uitvoering van zijn taak, is elke OA bevoegd om van een persoon de inzage te vorderen van een voorgeschreven ID-bewijs. Dus ook bij een getuige (dus een aanleiding) kan hij de inzage vorderen. Als de getuige niet kan voldoen aan deze vordering dan wordt deze persoon verdachte en kan dan vervolgens  worde staande gehouden.

Slide 2 - Diapositive

Het opgeven van een verkeerd Burgerservicenummer valt onder het strafbare feit 'opgeven van een valse naam'.
A
Juist.
B
Onjuist.

Slide 3 - Quiz

opgeven valse persoonsgegevens
naam
voornamen
geboortedatum
geboorteplaats 
adres (BRP)

Slide 4 - Diapositive

Het niet meewerken aan een staande houding is strafbaar.
A
Juist.
B
Onjuist.

Slide 5 - Quiz

verplichting
De verdachte is niet verplicht om de gevraagde persoonsgegevens op te geven, hij mag straffeloos weigeren

Slide 6 - Diapositive

Het niet tonen van het identiteitsbewijs aan de bevoegde ambtenaar die dit vordert is altijd strafbaar.
A
Juist.
B
Onjuist.

Slide 7 - Quiz

Als de verdachte hier niet aan voldoet kan hij op heterdaad worden aangehouden. Dit is niet verplicht. Als de identiteit van de verdachte op andere wijze kan worden vastgesteld, kan aanhouden of fouilleren achterwege blijven. Dit beoordeeld de OA zelfstandig.

Slide 8 - Diapositive

Jan gebruikt het identiteitsbewijs van Hamid om drank te kunnen halen in een café. Het identiteitsbewijs van Hamid is niet vervalst. Is dit handelen van Jan strafbaar?
A
Nee, het identiteitsbewijs van Hamid is niet vervalst.
B
Ja, het maakt niet uit of het document van Hamid echt is of niet.
C
Nee, alleen Hamid kan hiervoor gestraft worden omdat hij zijn document niet mag uitlenen.
D
Nee, alleen Hamid kan hiervoor gestraft worden als hij kon vermoeden dat Jan hem als de zijne zou gaan gebruiken.

Slide 9 - Quiz

Volgens de wet moet de verdachte voorafgaand aan zijn eerste verhoor worden meegedeeld van welk strafbaar feit hij verdacht wordt.
A
Juist.
B
Onjuist.

Slide 10 - Quiz

verplichte mededeling
De verdachte die is aangehouden heeft de nodige rechten en die moeten meteen en zo volledig mogelijk worden medegedeeld

Slide 11 - Diapositive

Als een verdachte van wildplassen tijdens de staande houding zijn identiteitsbewijs niet wil tonen en zijn identiteit kan niet op een andere wijze worden vastgesteld, dan kan hij aangehouden worden voor wildplassen.
A
Juist.
B
Onjuist.

Slide 12 - Quiz

Bij de ontdekking van een strafbaar feit op heterdaad, vervalt de heterdaad in ieder geval na 10 uur.
A
Juist.
B
Onjuist.

Slide 13 - Quiz

Iedere opsporingsambtenaar is bevoegd een verdachte buiten heterdaad aan te houden.
A
Juist.
B
Onjuist.

Slide 14 - Quiz

Alleen de bevoegde opsporingsambtenaar kan onder voorwaarden een verdachte buiten heterdaad aanhouden. Dus alleen de BOA die aanhoudt buiten heterdaad voor een misdrijf waarvoor hij bevoegd is (domeinlijst).

Slide 15 - Diapositive

Aanhouden buiten heterdaad kan voor elk misdrijf.
A
Juist.
B
Onjuist.

Slide 16 - Quiz

Wat zijn VH-feiten (meerdere antwoorden zijn goed)?
A
Misdrijven maximum straf van 4 jaar of meer.
B
Bepaalde met name genoemde misdrijven.
C
Misdrijven waarop gevangenisstraf staat waarbij de verdachte geen vaste woon- of verblijfplaats in Nederland heeft
D
Misdrijven maximum straf van 3 jaar of meer.

Slide 17 - Quiz

Bij een VH-feit kan de bevoegde opsporingsambtenaar de verdachte buiten heterdaad aanhouden.
A
Juist.
B
Onjuist.

Slide 18 - Quiz

Ophouden voor onderzoek duurt voor een VH-feit maximaal 6 uur.
A
Juist.
B
Onjuist.

Slide 19 - Quiz

Bij een VH-feit kan het ophouden voor onderzoek 1 maal met 6 uur worden verlengd voor identiteitsonderzoek.
A
Juist.
B
Onjuist.

Slide 20 - Quiz

ophouden ter vaststelling ID
De bevoegdheid ophouden ter vaststelling Identiteit mag alleen tegen die verdachte: 
* waarvan de identiteit niet is vastgesteld
* die verdacht wordt van een feit waarop GEEN voorlopige hechtenis is toegelaten.
Anders zou hij namelijk gewoon in verzekering gesteld kunnen worden.

Slide 21 - Diapositive

Wie is bevoegd de verdachte voor de eerste keer in verzekering te stellen?
A
De HOvJ.
B
De OvJ.
C
De Rechter-commissaris (RC).

Slide 22 - Quiz

Wat is de voorwaarde aan de verdenking om iemand in bewaring te kunnen stellen?
A
Er moet een redelijk vermoeden zijn.
B
Het is zeker dat de verdachte het strafbare feit heeft begaan.
C
Er moet een ernstig vermoeden zijn.

Slide 23 - Quiz