Cette leçon contient 27 diapositives, avec diapositives de texte et 4 vidéos.
La durée de la leçon est: 120 min
Éléments de cette leçon
Elektriciteit
4TL nask
Mevrouw Ruysink
Slide 1 - Diapositive
Wat gaan we deze les doen?
Wat weet je nog van elektriciteit?
Doelen Aan het einde van de les kun je -uitleggen wat een stroomkring, geleiders, isolatoren en spanningsbronnen zijn -rekenen met weerstand
Uitleg
Aan de slag
Slide 2 - Diapositive
Geleider of isolator?
Isolatoren houden de stroom tegen. Ze hebben een grote weerstand. Denk aan kunststoffen, porselein, hout etc.
Geleiders laten de stroom door. Ze hebben een kleine weerstand. Denk aan metalen als ijzer, koper, aluminium en bijvoorbeeld water.
Slide 3 - Diapositive
Slide 4 - Diapositive
Spanningsbron
een spanningsbron is een apparaat dat elektrische deeltjes in beweging brengt
voorbeelden: batterij; accu; zonnecel; dynamo
spanning geeft aan hoe hard de deeltjes geduwd worden
Slide 5 - Diapositive
Weerstand berekenen
Weerstand kun je berekenen.
R= Weerstand in ohm(Ω)
U = spanning in volt
I = stroomsterkte in ampere
Slide 6 - Diapositive
Aan de slag
Maak de opdrachten in je werkboek van 4.1
Klaar? Laat controleren en kijk de opdrachten na.
Slide 7 - Diapositive
Wat gaan we deze les doen?
Terugblik
Doelen -Aan het einde van de les kun je uitleggen wat chemische en elektrische energie is Rekenen met elektrisch vermogen Capaciteit van een batterij berekenen
Uitleg
Aan de slag
Slide 8 - Diapositive
Energie
Ontstaat bij verbranding brandstof: chemische energie
Ontstaat bij opwekking: elektrische energie
Slide 9 - Diapositive
Het maximaal elektrisch vermogen is het grootste vermogen dat de windturbine kan leveren als er genoeg wind is.
Dus ook al waait het harder, het elektrisch vermogen neemt niet verder toe.
Slide 10 - Diapositive
Vermogen
P=U.I P=vermogen in watt U=spanning in volt
I=stroomsterkte in ampere
Elektrische energie
E=P.t E=elektrische energie t=tijd in seconden
Berekeningen samen: E=U.I.t
Een fietslamp werkt op 0,3A. Het lampje van de fietslamp werkt op 12V. Hoeveel elektrische energie wordt er gemaakt als het lampje 45 minuten brand?
E=U.I.t E=? U=12V I=0,3A t=45 min= 2700 s
E=12x0,3x2700=9720 J
Slide 11 - Diapositive
Capaciteit
C=I.t
C=capaciteit in ampere per uur (ah)
I=stroomsterkte in ampere
t=tijd in uren
Een zaklamp werkt op 0,3 A. Als de zaklamp 15 uur heeft gebrand, gaat hij uit. Bereken de capaciteit van de zaklamp.
C=U.t U=0,3A t=15 uur
C=0,3x15= 4,5 Ah
Slide 12 - Diapositive
Slide 13 - Vidéo
Slide 14 - Vidéo
Aan de slag
Maak de opdrachten van paragraaf 4.2 en 4.3 in je werkboek
Klaar? Laat controleren en kijk de opdrachten na
Slide 15 - Diapositive
Wat gaan we deze les doen?
Terugblik
Doelen -Aan het einde van de les kun je uitleggen hoe elektriciteit zich verplaatst, hoe een transformator werkt en hiermee rekenen
-hoe de meterkast werkt en welke beveiligingen ingebouwd zijn
Uitleg
Aan de slag
Slide 16 - Diapositive
Elektriciteitcentrale
Transformators
380kV
10kV
230 V
Slide 17 - Diapositive
Transformator
1
2
Slide 18 - Diapositive
Hoe werkt een transformator?
De spanning wordt omhoog gebracht door een transformator. De transformator maakt van normale spaning hoogspanning. (20 000 V wordt 380 000 V)
De transformator bestaat uit twee onderdelen. Dit zijn twee spoelen (gewikkelde stroomdraden) en een weekijzeren kern.
De eerste spoel (waar de stroom aan komt) noemen we de primaire spoel en de tweede spoel (waar de stroom weg gaat) noemen we de secundaire spoel.
Tussen deze twee spoelen zit een weekijzeren kern. Deze kern kan magnetisch worden.
Slide 19 - Diapositive
Formule
UsUp=NsNp
= spanning primaire spoel
= spanning secundaire spoel
= aantal windingen
primaire spoel
= aantal windingen
secundaire spoel
Up
Us
Np
Ns
Stel door de primaire spoel loopt 230 V en door de secundaire spoel loopt 23 V. In de primaire spoel zitten 100 windingen. Hoeveel windingen zitten er op de secundaire spoel?
Up=230 V Us=23V Np=100 Ns=?
230/23=100/Ns
Ns= (23x100)/230=10
Slide 20 - Diapositive
Rendement transformator
Bij het rekenen met een transformator ga je er altijd vanuit dat ze ideaal zijn. Dat betekent dat je een rendement van 100% hebben.
Pp=Ps
of
Up.Ip=Us.Is
Slide 21 - Diapositive
Slide 22 - Vidéo
Aan de slag
Maak de opdrachten van paragraaf 4 en 5
Klaar? Laat controleren en kijk de opdrachten na.
Volgende les:
Samenvatten hoofdstuk 3 en 4 (dinsdag 6 nov toets)
Practicum
Slide 23 - Diapositive
Wat gaan we deze les doen?
Terugblik
Doelen -Aan het einde van de les kun je uitleggen hoe de meterkast werkt en welke beveiligingen er in gebouwd zijn Uitleg