Formuleren - Verwijswoorden

Verwijswoorden
1 / 11
suivant
Slide 1: Diapositive
NederlandsMiddelbare schoolvmbo k, g, tLeerjaar 2

Cette leçon contient 11 diapositives, avec diapositives de texte.

time-iconLa durée de la leçon est: 45 min

Éléments de cette leçon

Verwijswoorden

Slide 1 - Diapositive

Leerdoel
Je leert verwijswoorden op een goede manier gebruiken.

Slide 2 - Diapositive

Slide 3 - Lien

Onze boot is gerepareerd. De boot was stuk. De boot brachten we naar een goede garage. Bij de garage hebben ze de boot erg netjes gemaakt. De boot zinkt nu niet meer naar de bodem. We kunnen nu weer met onze boot varen. 

Slide 4 - Diapositive

Michelle is blij. Michelle heeft 8 euro verdiend.

Michelle is blij. Ze heeft 8 euro verdiend.

Slide 5 - Diapositive

Verwijswoorden
het-woorden
onzijdig
het, zijn
dat, dit
de-woorden
mannelijk
hij, hem, zijn
die, deze
vrouwelijk
zij, ze, haar
die, deze
meervoud
zij, ze, hun
die, deze

Slide 6 - Diapositive

Rotterdam heeft ...... grote drugsprobleem nog niet opgelost. 

Slide 7 - Diapositive

Als je oud meubilair kwijt wilt, moet je ...... bij het grof vuil zetten

Slide 8 - Diapositive

Het schilderij 'De Nachtwacht' zal ...... plaats in het Rijksmuseum wel behouden

Slide 9 - Diapositive

Waar laten we die dozen met oude rommel? We zullen ...... maar op zolder zetten. 

Slide 10 - Diapositive

Huiswerk
Nieuw Nederlands online
Hoofdstuk 3
Taalverzorging: Verwijswoorden (1)

Slide 11 - Diapositive