WW2 - Les 1

Het voltooid deelwoord



1 / 23
suivant
Slide 1: Diapositive
NederlandsMiddelbare schoolvmbo bLeerjaar 1

Cette leçon contient 23 diapositives, avec quiz interactifs, diapositives de texte et 1 vidéo.

time-iconLa durée de la leçon est: 30 min

Éléments de cette leçon

Het voltooid deelwoord



Slide 1 - Diapositive

Slide 2 - Vidéo

Wanneer gebruik je een
voltooid deelwoord?
Als je wilt vertellen dat iets al gebeurd is, dan gebruik je een voltooid deelwoord. Voltooid betekent dat iets is afgerond.



Voorbeeld:
Het regent → Het is nu aan het regenen.
Het heeft geregend → De regen is voorbij, het is nu droog. 

Slide 3 - Diapositive

Hoe ziet een voltooid deelwoord eruit?



  • Begint bijna altijd met ge-
  • Voorbeelden:                                                                       
     ik ben gevlucht, ze hebben me gezocht, ik werd gevonden
  • Er staat altijd een ander werkwoord in de zin:         
     hebben, zijn of worden 
  • Dit is het hulpwerkwoord (de persoonsvorm) 

Slide 4 - Diapositive

Wat is het voltooid deelwoord in de volgende zin?

Ik heb sperziebonen gekocht, want ik wist niet zeker of je spinazie lust.
A
lust
B
heb
C
wist
D
gekocht

Slide 5 - Quiz

Wat is het voltooid deelwoord in de volgende zin?

Mijn moeder moest naar het ziekenhuis rijden toen mijn vader in zijn vinger had gezaagd.
A
rijden
B
gezaagd
C
moest
D
had

Slide 6 - Quiz

Let op!
Soms begint een werkwoord al met be-, ver-, ont-, of her-. Deze krijgt dan géén ge- aan het begin van het voltooid deelwoord.

Voorbeelden: betaald, verteld, ontvoerd, hersteld.

Slide 7 - Diapositive

Noteer het voltooid deelwoord uit de zin:
Afgelopen zaterdag hebben we de achtste verjaardag van 
mijn neefje Noah gevierd. 

Slide 8 - Question ouverte

Noteer het voltooid deelwoord uit de zin:
'We wilden naar het theater maar de kaartjes waren te duur dus toen hebben we maar een museum bezocht.'

Slide 9 - Question ouverte

Wat is het voltooid deelwoord in de volgende zin?
De buurman heeft zijn salaris niet op tijd ontvangen en nu moet hij verhuizen omdat hij de huur niet kan betalen.

A
heeft
B
betalen
C
ontvangen
D
verhuizen

Slide 10 - Quiz

De uitgang bepalen
  • gezaagd
  • bezocht
  • ontvangen

Hoe weet je op welke letters een voltooid deelwoord eindigt?

Slide 11 - Diapositive

Voltooid deelwoord (vd)
Hoe schrijf je het?


Met -en                                                 of                                         met -d/-t

gevallen                                                                                              gefietst
gebroken                                                                                            gedraaid

Slide 12 - Diapositive

-d of -t?

  Als de laatste letter van de stam voorkomt in 

't ex-kofschip of in 't sexy fokschaap, dan schrijf je een -t. Zo niet, dan schrijf je een -d

              

Slide 13 - Diapositive

Schrijf nu het voltooid deelwoord met de juiste uitgang: Leren

Slide 14 - Question ouverte

Schrijf nu het voltooid deelwoord met de juiste uitgang: Staken

Slide 15 - Question ouverte

Schrijf nu het voltooid deelwoord met de juiste uitgang: Strooien

Slide 16 - Question ouverte

Aan de slag!                         Blz. 110
Maak: 1, 2, 3 en 5.

Klaar? 
- Leren woordenschat.

Slide 17 - Diapositive

Het voltooid deelwoord van schreeuwen is:

Slide 18 - Question ouverte

het voltooid deelwoord van verhuizen is:

Slide 19 - Question ouverte

het voltooid deelwoord van veranderen is:

Slide 20 - Question ouverte

het voltooid deelwoord van juichen is:

Slide 21 - Question ouverte

het voltooid deelwoord van organiseren is:

Slide 22 - Question ouverte

Aan de slag!                 Blz. 110
Huiswerk= Afmaken H4. Opdracht 1 t/m 5.

Klaar? Maak de extra oefeningen.

Slide 23 - Diapositive