Herhaling 6.1 + 6.2 (na de vakantie)
1 / 35
La durée de la leçon est: 45 minÉléments de cette leçon
Slide 1 - Diapositive
Slide 2 - Question ouverte
Slide 3 - Diapositive
Slide 4 - Diapositive
In 2022 waren er 881 docenten wiskunde,
485 docenten Nederlands en 212 docenten aardrijkskunde.
Dit jaar is dat totaal aantal 23 % meer.
Bereken hoeveel docenten er in totaal zijn in 2023.
'In 2023 zijn er in totaal ... docenten.'
485 docenten Nederlands en 212 docenten aardrijkskunde.
Dit jaar is dat totaal aantal 23 % meer.
Bereken hoeveel docenten er in totaal zijn in 2023.
'In 2023 zijn er in totaal ... docenten.'
Slide 5 - Question ouverte
Een leerling heeft 54,2 % van de bladzijdes van een boek gelezen
met in totaal 438 bladzijdes.
Bereken hoeveel bladzijdes de leerling nog moet lezen
om het boek uit te lezen.
'De leerling moet nog ... bladzijdes lezen om het boek uit te lezen.'
met in totaal 438 bladzijdes.
Bereken hoeveel bladzijdes de leerling nog moet lezen
om het boek uit te lezen.
'De leerling moet nog ... bladzijdes lezen om het boek uit te lezen.'
Slide 6 - Question ouverte
Slide 7 - Diapositive
Slide 8 - Diapositive
In 2022 waren er 672 docenten wiskunde,
378 docenten Nederlands en 176 docenten aardrijkskunde.
Dit jaar is dat totaal aantal 31 % meer.
Bereken hoeveel docenten er in totaal zijn in 2023.
'In 2023 zijn er in totaal ... docenten.'
378 docenten Nederlands en 176 docenten aardrijkskunde.
Dit jaar is dat totaal aantal 31 % meer.
Bereken hoeveel docenten er in totaal zijn in 2023.
'In 2023 zijn er in totaal ... docenten.'
Slide 9 - Question ouverte
Een leerling heeft 37,4 % van de bladzijdes van een boek gelezen
met in totaal 394 bladzijdes.
Bereken hoeveel bladzijdes de leerling nog moet lezen
om het boek uit te lezen.
'De leerling moet nog ... bladzijdes lezen om het boek uit te lezen.'
met in totaal 394 bladzijdes.
Bereken hoeveel bladzijdes de leerling nog moet lezen
om het boek uit te lezen.
'De leerling moet nog ... bladzijdes lezen om het boek uit te lezen.'
Slide 10 - Question ouverte
Slide 11 - Diapositive
Bij de sportschool waren er vorig jaar 433 mannen en 327 vrouwen lid.
Aan het begin van dit jaar was er een nieuwjaars-actie waarbij het abonnementsgeld verlaagd werd van € 17,50 naar € 15,00.
Bereken de korting die je kreeg bij de nieuwjaars-actie.
'Bij de nieuwjaars-actie kreeg je ... % korting.'
Aan het begin van dit jaar was er een nieuwjaars-actie waarbij het abonnementsgeld verlaagd werd van € 17,50 naar € 15,00.
Bereken de korting die je kreeg bij de nieuwjaars-actie.
'Bij de nieuwjaars-actie kreeg je ... % korting.'
Slide 12 - Question ouverte
Bij de sportschool waren er vorig jaar 433 mannen en 327 vrouwen lid.
Aan het begin van dit jaar was er een nieuwjaars-actie waarbij het abonnementsgeld verlaagd werd. Hierdoor zijn er dit jaar 449 mannen en 367 vrouwen lid.
Bereken met hoeveel procent het ledenaantal toe is genomen.
'Het ledenaantal is met ... % toegenomen.'
Aan het begin van dit jaar was er een nieuwjaars-actie waarbij het abonnementsgeld verlaagd werd. Hierdoor zijn er dit jaar 449 mannen en 367 vrouwen lid.
Bereken met hoeveel procent het ledenaantal toe is genomen.
'Het ledenaantal is met ... % toegenomen.'
Slide 13 - Question ouverte
Slide 14 - Diapositive
Slide 15 - Diapositive
Bij de sportschool waren er vorig jaar 584 mannen en 432 vrouwen lid.
Aan het begin van dit jaar was er een nieuwjaars-actie waarbij het abonnementsgeld verlaagd werd van € 22,50 naar € 17,00.
Bereken de korting die je kreeg bij de nieuwjaars-actie.
'Bij de nieuwjaars-actie kreeg je ... % korting.'
Aan het begin van dit jaar was er een nieuwjaars-actie waarbij het abonnementsgeld verlaagd werd van € 22,50 naar € 17,00.
Bereken de korting die je kreeg bij de nieuwjaars-actie.
'Bij de nieuwjaars-actie kreeg je ... % korting.'
Slide 16 - Question ouverte
Bij de sportschool waren er vorig jaar 584 mannen en 432 vrouwen lid.
Aan het begin van dit jaar was er een nieuwjaars-actie waarbij het abonnementsgeld verlaagd werd. Hierdoor zijn er dit jaar 612 mannen en 496 vrouwen lid.
Bereken met hoeveel procent het ledenaantal toe is genomen.
'Het ledenaantal is met ... % toegenomen.'
Aan het begin van dit jaar was er een nieuwjaars-actie waarbij het abonnementsgeld verlaagd werd. Hierdoor zijn er dit jaar 612 mannen en 496 vrouwen lid.
Bereken met hoeveel procent het ledenaantal toe is genomen.
'Het ledenaantal is met ... % toegenomen.'
