Selftest
1 / 20
La durée de la leçon est: 30 minÉléments de cette leçon
Slide 1 - Diapositive
Slide 2 - Diapositive
Maak een zin in de past continuous. (iets wat een tijdje duurde in het verleden)
Slide 3 - Question ouverte
Past simple: Maak een vragende zin!
Slide 4 - Question ouverte
Slide 5 - Diapositive
Vergelijkingen
Bij drie lettergrepen of meer gebruik je:
Bij drie lettergrepen of meer gebruik je:
A
-er/-est
B
more/most
Slide 6 - Quiz
Much = veel + meervoud
A
True
B
False
Slide 7 - Quiz
She is more small than I am.
A
Correct
B
Incorrect
Slide 8 - Quiz
Slide 9 - Diapositive
They are most famous of all!
A
Correct
B
Incorrect
Slide 10 - Quiz
She ate much apples Yesterday.
A
Correct
B
Incorrect
Slide 11 - Quiz
Slide 12 - Diapositive
Throw
Fall
Catch
Be
drive
Take
Sleep
Lose
Sleeped
Took
Caught
Slept
Am/is
Lost
Was/were
Drove
Catched
Fell
Threw
Slide 13 - Question de remorquage
Slide 14 - Diapositive
Slide 15 - Vidéo
Vicki can't do this trick
A
true
B
false
Slide 16 - Quiz
Can you do this? Type your answer in English!
Slide 17 - Question ouverte
'Those guns are stronger than you thought, Kevin!' betekent:
A
Je spieren zijn sterker dan je denkt.
B
Je geweren zijn sterker dan je denkt.
C
Je hebt sterke geweren!
D
Je spieren zijn toch niet zo sterk!
Slide 18 - Quiz
Can you do this?
A
Yes
B
No
