Les 11: 6 oktober 2022

1T1 Klassieke Talen
6 oktober 2022
1 / 25
suivant
Slide 1: Diapositive
LatijnMiddelbare schoolhavo, vwoLeerjaar 1

Cette leçon contient 25 diapositives, avec quiz interactifs et diapositives de texte.

time-iconLa durée de la leçon est: 45 min

Éléments de cette leçon

1T1 Klassieke Talen
6 oktober 2022

Slide 1 - Diapositive

Lesdoelen

  • Enkelvoud en meervoud van werkwoorden kunnen herkennen, maken en vertalen
  • Enkelvoud en meervoud van zelfstandige naamwoorden kunnen herkennen, maken en vertalen
  • Latijnse tekst kunnen vertalen

Slide 2 - Diapositive

Planning
  1. Start 
  2. Herhaling ev/mv werkwoord + zelfst.nw.
  3. Latijnse tekst vertalen

  4. Woordjes les 1
  5. Afronding

Slide 3 - Diapositive

Terugblik vorige les
  1. Wat wordt er bedoeld met de indicativus?
  2. Wat wordt er bedoeld met de infinitivus?
  3. Hoe bepaal je de stam van een werkwoord, bijvoorbeeld van narrare en van ridére?
  4. narrare betekent 'vertellen': wat is dan 'hij vertelt' en 'zij vertellen' in het Latijn?
  5. ridére betekent 'lachen': wat is dan 'hij lacht' en 'zij lachen' in het Latijn?
  6. parére betekent 'gehoorzamen': hoe vertaal je dan 'paret'?

Slide 4 - Diapositive

Herhaling werkwoord en zelfst.nw.

Slide 5 - Diapositive

3e ps. ev.
3e ps. mv.
hele ww
est
custodire
veniunt
esse
custodit
custodiunt
venire
venit
sunt
habitare

Slide 6 - Question de remorquage

Hoe vertaal je 'habitant'?
(habitare = wonen)
A
wonen
B
zij woont
C
woont
D
zij wonen

Slide 7 - Quiz

Welk rijtje bevat een vorm die er niet in thuis hoort?
A
venire, esse, clamare
B
venit, sunt, clamat
C
veniunt, clamant, timent
D
est, clamat, timet

Slide 8 - Quiz

Welk rijtje bevat een woord dat er niet in thuis hoort?
A
femina, servus, bellum
B
servus, rex, flumen
C
feminae, reges, flumina
D
femina, bella, flumen

Slide 9 - Quiz

Maak opdracht 69 (blz. 64)
???
Groep?
ev/mv
Omzetting
femina
I
ev
feminae

Slide 10 - Diapositive

Maak opdracht 69 (blz. 64)
???
Groep?
ev/mv
Omzetting
femina
I
ev
feminae
rex
III
ev
reges
dea
I
ev
deae
matres
III
mv
mater
mons
III
ev
montes
templum
II
ev
templa

Slide 11 - Diapositive

Maak opdracht 70(blz. 64)
  1. Dei rident                = De goden lachen.
  2. Puella lacrimat     = Het meisje huilt.
  3. Pueri veniunt        = De jongens komen.
  4. Flumen fluit           = De rivier stroomt.
  5. Bellum venit          = De oorlog komt. 

Slide 12 - Diapositive

Enkelvoud en Meervoud werkwoord (blz. 58-59)

Slide 13 - Diapositive

Enkelvoud en Meervoud (blz. 62)










NB: puer en vir gaan ook zoals servus in groep II!!!!

Slide 14 - Diapositive

Lees en vertaal de Latijnse tekst blz. 18

Slide 15 - Diapositive

Tekst 1: Jupiter en zijn broers (r4-8)
  • Neptunus et Pluto dei sunt.
  • Neptunus en Pluto zijn goden.
  • Fratres Iovis sunt.
  • Ze zijn de broers van Jupiter.
  • Non semper in Olympo sunt.
  • Ze zijn niet altijd op de Olympus. 
  • Neptunus saepe in aqua est.
  • Neptunus is dikwijls in het water.
  • Ibi rex est.
  • Daar is hij koning. 
Uitspraakregels
c = k
g = g als in Engelse good
i = i of j
qu = kw
u = oe
ae = ai
oe = oi

Slide 16 - Diapositive

Tekst 1: Jupiter en zijn broers (r9-14)
  • Pluto Tartarum custodit.
  • Pluto bewaakt de onderwereld.
  • Tartarus sub terra est.
  • De onderwereld is onder de aarde.
  • Tartarus locus obscurus est.
  • De onderwereld is een donkere plek. 
  • Ibi semper nox est.
  • Daar is het altijd nacht.
  • Umbrae huc veniunt. Hic Pluto rex est.
  • Schimmen komen hierheen. Hier is Pluto koning.
Uitspraakregels
c = k
g = g als in Engelse good
i = i of j
qu = kw
u = oe
ae = ai
oe = oi

Slide 17 - Diapositive

Antwoord m.b.v. een zin uit de Latijnse tekst: Waar woont Jupiter?
A
In Olympo habitat
B
Rex deorum est.
C
Neptunus saepe in aqua est
D
Pluto Tartarum custodit.

Slide 18 - Quiz

Antwoord m.b.v. een zin uit de Latijnse tekst: Waar leeft Pluto?
A
Tartarus sub terra est.
B
Non semper in Olympo sunt.
C
Hic Pluto rex est.
D
Pluto Tartarum custodit.

Slide 19 - Quiz

Antwoord m.b.v. een zin uit de Latijnse tekst: Wat zijn Neptunus en Pluto allebei?
A
Neptunus et Pluto dei sunt.
B
Fratres Iovis sunt.
C
Umbrae huc veniunt.
D
Hic Pluto rex est.

Slide 20 - Quiz

Antwoord m.b.v. een zin uit de Latijnse tekst: Welke functie heeft Neptunus in de zee?
A
Rex deorum est
B
Ibi semper nox est.
C
Ibi rex est.
D
Hic Pluto rex est.

Slide 21 - Quiz

Basiswoorden Latijn les 1 blz. 19
  • Leer alleen de vetgedrukte woorden
  • Alleen van Latijn naar Nederlands leren
  • Spreek de woorden voor jezelf uit
  • Maak kaartjes en/of ezelsbruggetjes
  • Leer niet op volgorde, maar leer de woorden door elkaar
  • Deel het op in kleine hoeveelheden
  • Herhaal, herhaal, herhaal!
  • Luister nu naar de uitspraak. 

Slide 22 - Diapositive

Terugblik op de Lesdoelen
  • Enkelvoud en meervoud van werkwoorden kunnen herkennen, maken en vertalen
  • Enkelvoud en meervoud van zelfstandige naamwoorden kunnen herkennen, maken en vertalen
  • Latijnse tekst kunnen vertalen

Huiswerk dinsdag 11 oktober, 7e uur
  • leer rijtjes werkwoord en zelfstandig naamwoord blz. 17
  • leer basiswoorden les 1 blz. 19
  • vertaal tekst les 1 blz. 18 r 9 t/m 14

Slide 23 - Diapositive

Wat heb je van deze les geleerd of wat ga je van deze les onthouden?

Slide 24 - Question ouverte

Wat vond je van deze les?
😒🙁😐🙂😃

Slide 25 - Sondage