1.1

• Engels
• MBO
• Studiejaar 1

1.1 Demonstrative pronoums

At the end of the lesson you recognize demonstrative pronouns and know how to use them

Today

• Dilemma
• Demonstrative pronouns
• Quizlet Live
• Homework

Dilemma

You can never wear make-up again

OR

You can never watch Netflix again

Bedenk je eigen dilemma!

Was je tevreden over je toetscijfer?

Introduction

Bedenk twee dingen die bij je in de buurt liggen en van jou of iemand anders zijn.

Als je de beurt krijgt moet je je vraag vertellen!

Example:

Is that your bag? Yes, that is my bag.

Are those your snacks? Yes, these are my snacks

Wat is een demonstrative pronoun (aanwijzend voornaamwoord)

1. These
2. Your
3. They
4. Their

Demonstrative pronouns

Aanwijzende voornaamwoorden staan op borden en waarschuwingen maar je gebruikt ze vooral ook om dingen aan te wijzen.

1. No trespassing beyond this point.

2. It is prohibited to cross that fence over there.

3. Do not feed these animals.

4. Do not forget to check those firearms.

Quizlet Live!

Homework

NuEngels 1.1

Quizlet vocab 1.1