Industrielanden / volgers Dat zijn de .....-landen
Slide 5 - Question ouverte
Gaat over hoe goed het geestelijk, lichamelijk en sociaal met je gaat
Wat betekent welzijn voor jou?
Slide 6 - Carte mentale
Leerdoelen
Je weet dat er in Nederland regionale verschillen bestaan in welvaart, woonomgeving en gezondheid
Je begrijpt het verband tussen opleiding, manier van leven en gezondheid
Je kunt op een inkomenskaart de gebieden aanwijzen met een lagere en een hogere levensverwachting
Slide 7 - Diapositive
Theorie paragraaf 1.4
Regionale verschillen
Hoe kun je Nederland onderverdelen in regio's?
Slide 8 - Diapositive
Amsterdam:
€ 949.000 | 152 m2 | 180 m2
Zutphen:
€ 485.000 | 152 m2 | 332 m2
Slide 9 - Diapositive
Amsterdam (N.H.)
Burem (Fr.)
Slide 10 - Diapositive
Slide 11 - Diapositive
cbsinuwbuurt.nl
Slide 12 - Lien
Slide 13 - Diapositive
Slide 14 - Diapositive
cbsinuwbuurt.nl
Slide 15 - Lien
Toename van de werkgelegenheid leidt tot een toename van....?
A
welvaart
B
welzijn
C
mobiliteit
D
congestie
Slide 16 - Quiz
Er is meer werkgelegenheid rondom de haven van Rotterdam dan het aantal inwoners van Heerlen, Landgraaf en Kerkrade samen.
A
Waar
B
Niet waar
Slide 17 - Quiz
Werkgelegenheid wil zeggen dat je een baan hebt
A
Goed
B
Fout
Slide 18 - Quiz
Beoordeel de volgende stellingen.
I. In Zuid-Limburg liggen enkele mainports van Nederland. Daarom is hier veel moderne werkgelegenheid.
II. De verschillen tussen de arme en rijke buurten in een stad zijn veroorzaakt door een verschil in ligging ten opzichte van de mainports.
A
I is juist, II is onjuist.
B
I is onjuist, II is juist.
C
Beide zijn juist.
D
Beide zijn onjuist.
Slide 19 - Quiz
In Nederland zijn er regionale verschillen. Wat wordt hiermee bedoeld?
A
Dit zijn verschillen tussen landen binnen Europa
B
Dit zijn verschillen tussen gebieden binnen een land
C
Dit zijn tussen Nederland en Duitsland
D
Dit zijn verschillen tussen de provincies
Slide 20 - Quiz
wat geeft regionale verschillen weer?
A
Regionale index
B
BNP
C
BBP
D
BRP
Slide 21 - Quiz
In Nederland komen regionale verschillen in welvaart voor.
In welke delen van Nederland liggen de meeste gemeenten met lage inkomens?
A
In het noorden en het oosten van Nederland.
B
In het noorden van Nederland en in Zuid-Limburg.
C
In het noorden en het westen van Nederland.
D
In Drenthe en Noord-Brabant.
Slide 22 - Quiz
Iemand doet twee uitspraken. I De vergrijzing in kleine dorpen en landelijke gebieden zal toenemen. II Als voorzieningen verdwijnen, zal de leefbaarheid achteruitgaan.
A
Uitspraak I is juist, uitspraak II is onjuist.
B
Beide uitspraken zijn juist.
C
Beide uitspraken zijn onjuist.
D
Uitspraak I is onjuist, uitspraak II is juist.
Slide 23 - Quiz
Een landelijk gebied is........?
A
Dichtbevolkt
B
Dunbevolkt
Slide 24 - Quiz
Hoge bebouwingsdichtheid komt vooral voor in.....
A
Stedelijke gebieden
B
Landelijke gebieden
Slide 25 - Quiz
Hoe gezonder mensen zijn, hoe ... hun welzijn
A
Hoger
B
Lager
Slide 26 - Quiz
Menselijk activiteiten zorgen ervoor dat de woonomgeving kan worden aangetast. Hoe?
Slide 27 - Question ouverte
In de randstad is de levensverwachting gemiddeld .... dan in de rest van Nederland
A
hoger
B
lager
C
gelijk
Slide 28 - Quiz
In de steden in de Randstad ligt de gemiddelde levensverwachting .... dan in de dorpen in de Randstad
A
hoger
B
lager
C
gelijk
Slide 29 - Quiz
Leerdoelen check
Je weet dat er in Nederland regionale verschillen bestaan in welvaart, woonomgeving en gezondheid
Je begrijpt het verband tussen opleiding, manier van leven en gezondheid
Je kunt op een inkomenskaart de gebieden aanwijzen met een lagere en een hogere levensverwachting