Brug 2: Regionale verschillen

1.4 Regionale verschillen
1 / 31
suivant
Slide 1: Diapositive
AardrijkskundeMiddelbare schoolmavoLeerjaar 3

Cette leçon contient 31 diapositives, avec quiz interactifs, diapositives de texte et 1 vidéo.

time-iconLa durée de la leçon est: 60 min

Éléments de cette leçon

1.4 Regionale verschillen

Slide 1 - Diapositive

Slide 2 - Vidéo

De welvaart van een land kun je zien aan:
A
bbp per persoon, werkgelegenheid & staat van de huizen
B
werkgelegenheid, beroepsbevolking & levensverwachting
C
bbp per persoon, werkgelegenheid & beroepsbevolking
D
beroepsbevolking, alfabetiseringsgraad & koopkracht

Slide 3 - Quiz

Koploper
Industriesector

Slide 4 - Question de remorquage

Industrielanden / volgers
Dat zijn de .....-landen

Slide 5 - Question ouverte

Gaat over hoe goed het geestelijk, lichamelijk en sociaal met je gaat
Wat betekent welzijn voor jou?

Slide 6 - Carte mentale

Leerdoelen
  • Je weet dat er in Nederland regionale verschillen bestaan in welvaart, woonomgeving en gezondheid
  • Je begrijpt het verband tussen opleiding, manier van leven en gezondheid
  • Je kunt op een inkomenskaart de gebieden aanwijzen met een lagere en een hogere levensverwachting

Slide 7 - Diapositive

Theorie paragraaf 1.4
Regionale verschillen
Hoe kun je Nederland onderverdelen in regio's?

Slide 8 - Diapositive

Amsterdam:
€ 949.000 | 152 m2 | 180 m2


Zutphen:
€ 485.000 | 152 m2 |  332 m2 

Slide 9 - Diapositive

Amsterdam (N.H.)
Burem (Fr.)

Slide 10 - Diapositive

Slide 11 - Diapositive

Slide 12 - Lien

Slide 13 - Diapositive

Slide 14 - Diapositive

Slide 15 - Lien

Toename van de werkgelegenheid leidt tot een toename van....?
A
welvaart
B
welzijn
C
mobiliteit
D
congestie

Slide 16 - Quiz


Er is meer werkgelegenheid rondom de haven van Rotterdam dan het aantal inwoners van Heerlen, Landgraaf en Kerkrade samen. 
A
Waar
B
Niet waar

Slide 17 - Quiz

Werkgelegenheid wil zeggen dat je een baan hebt
A
Goed
B
Fout

Slide 18 - Quiz

Beoordeel de volgende stellingen.

I. In Zuid-Limburg liggen enkele mainports van Nederland. Daarom is hier veel moderne werkgelegenheid.

II. De verschillen tussen de arme en rijke buurten in een stad zijn veroorzaakt door een verschil in ligging ten opzichte van de mainports.
A
I is juist, II is onjuist.
B
I is onjuist, II is juist.
C
Beide zijn juist.
D
Beide zijn onjuist.

Slide 19 - Quiz

In Nederland zijn er regionale verschillen. Wat wordt hiermee bedoeld?
A
Dit zijn verschillen tussen landen binnen Europa
B
Dit zijn verschillen tussen gebieden binnen een land
C
Dit zijn tussen Nederland en Duitsland
D
Dit zijn verschillen tussen de provincies

Slide 20 - Quiz

wat geeft regionale verschillen weer?
A
Regionale index
B
BNP
C
BBP
D
BRP

Slide 21 - Quiz

In Nederland komen regionale verschillen in welvaart voor.

In welke delen van Nederland liggen de
meeste gemeenten met lage inkomens?

A
In het noorden en het oosten van Nederland.
B
In het noorden van Nederland en in Zuid-Limburg.
C
In het noorden en het westen van Nederland.
D
In Drenthe en Noord-Brabant.

Slide 22 - Quiz


Iemand doet twee uitspraken.
I De vergrijzing in kleine dorpen en landelijke gebieden zal toenemen.
II Als voorzieningen verdwijnen, zal de leefbaarheid achteruitgaan.

A
Uitspraak I is juist, uitspraak II is onjuist.
B
Beide uitspraken zijn juist.
C
Beide uitspraken zijn onjuist.
D
Uitspraak I is onjuist, uitspraak II is juist.

Slide 23 - Quiz

Een landelijk gebied is........?
A
Dichtbevolkt
B
Dunbevolkt

Slide 24 - Quiz

Hoge bebouwingsdichtheid komt vooral voor in.....
A
Stedelijke gebieden
B
Landelijke gebieden

Slide 25 - Quiz

Hoe gezonder mensen zijn, hoe ... hun welzijn
A
Hoger
B
Lager

Slide 26 - Quiz

Menselijk activiteiten zorgen ervoor dat de woonomgeving kan worden aangetast. Hoe?

Slide 27 - Question ouverte

In de randstad is de levensverwachting gemiddeld .... dan in de rest van Nederland
A
hoger
B
lager
C
gelijk

Slide 28 - Quiz

In de steden in de Randstad ligt de gemiddelde levensverwachting ....
dan in de dorpen in de Randstad
A
hoger
B
lager
C
gelijk

Slide 29 - Quiz

Leerdoelen check
  • Je weet dat er in Nederland regionale verschillen bestaan in welvaart, woonomgeving en gezondheid
  • Je begrijpt het verband tussen opleiding, manier van leven en gezondheid
  • Je kunt op een inkomenskaart de gebieden aanwijzen met een lagere en een hogere levensverwachting

Slide 30 - Diapositive

Huiswerk 
  • paragraaf 1.4 maken

Slide 31 - Diapositive