4H Overal Natuurkunde Hfst 5.2

1 / 30
suivant
Slide 1: Diapositive
NatuurkundeMiddelbare schoolhavoLeerjaar 4

Cette leçon contient 30 diapositives, avec quiz interactifs et diapositives de texte.

Éléments de cette leçon

Slide 1 - Diapositive

Wat weet je nog van de vorige les?

Slide 2 - Carte mentale

Slide 3 - Diapositive

Leerdoelen
Je leert hoe atoomkernen vervallen.
Je leert waar ioniserende straling vandaan komt.

Slide 4 - Diapositive

Uit welke drie onderdelen bestaat een atoom?

Slide 5 - Question ouverte

Proton: positief deeltje, lading +e
aantal protonen: Z (atoomnummer)


Neutron: geen lading, neutraal
aantal neutronen:
Elektron: negatief deeltje, lading -e

Slide 6 - Diapositive

Aantal protonen (Z) bepaalt welk atoom/materiaal: atoomnummer
Aantal neutronen (N) bepaalt welk isotoop
massagetal A = N + Z

Slide 7 - Diapositive

A = N (neutronen) + Z (protonen)
Wat is de juiste schrijfwijze voor
deze waterstof?

Slide 8 - Question ouverte

            11H                                    21H                                 31H

Slide 9 - Diapositive

Pak je binas tabel 25A
A
Gedaan
B
Binas kwijt en die ga ik snel zoeken

Slide 10 - Quiz

Slide 11 - Diapositive

Welk symbool (atoom) hoort bij welk atoomnummer?
          32             28                92                 16                 99
U
Ge
Es
S
Ni

Slide 12 - Question de remorquage

Hoeveel isotopen heeft Pb (Z = 82)?

Slide 13 - Question ouverte

Atoommassa berekenen
Binas tabel 25A staat bij atoommassa u
Bijvoorbeeld 42He (atoomnr 2, massagetal 4)
Hier staat bij atoommassa 4,002603
Dit betekent: atoommassa = 4,002603 * u met u = 1,6605 *10-27 kg (binas tabel 7B!) 
Dus: atoommassa 42He = 6,6463 *10-27 kg

Slide 14 - Diapositive

Wat is de atoommassa van 65,29Cu?

Slide 15 - Question ouverte

Antwoord + omzetten naar kg
Gegeven: 6529Cu > Binas 25A > atoommassa = 64,92779u
u = 1,6605 *10-27 kg
Gevraagd: atoommassa in kg
Oplossing: m = 64,92779 * u = 64,92779 * 1,6605 *10-27 kg = 107,81 *10-27 kg of 1,0781 * 10-25 kg

Slide 16 - Diapositive

Herinner je je nog deze 3 soorten straling?

Slide 17 - Diapositive

Slide 18 - Diapositive

Radioactief of niet?
Instabiel: het deeltje valt uit elkaar
- halveringstijd
- alfa, beta of gamma straling
- radioactief
Stabiel: het deeltje blijft zoals het is
geen straling, niet radioactief

Slide 19 - Diapositive

Welk deeltje of welke straling komt vrij bij het verval van 234,92 U?
A
alfa (2protonen + 2 neutronen)
B
beta - (elektron)
C
gammastraling
D
geen idee

Slide 20 - Quiz

Welk deeltje of welke straling komt vrij bij het verval van 204,82 Pb?
A
alfa (2protonen + 2 neutronen)
B
beta - (elektron)
C
gammastraling
D
geen idee

Slide 21 - Quiz

Welk deeltje of welke straling komt vrij bij het verval van 121,50 Sn?
A
alfa (2protonen + 2 neutronen)
B
beta - (elektron)
C
gammastraling
D
geen idee

Slide 22 - Quiz

Slide 23 - Diapositive

Alfa-verval
23392 U valt uit elkaar en daar komt alfastraling bij vrij
Dat betekent dat hij 2 protonen en 2 neutronen verliest
Z (aantal protonen) = 92 - 2 = 90
A (aantal protonen + neutronen) = 233 - 4 = 229
Er ontstaat een nieuw atoom
29990 X met X = Th
Dus: 23392 U = 42He (alfa) +  29990Th

Slide 24 - Diapositive

Beta verval
Bij beta komt er een elektron uit de kern
Een neutron valt uiteen in een proton en een elektron. De elektron gaat weg
Dat betekent dat het aantal protonen Z +1 is
Het aantal neutronen N -1 is
Atoomnummer A = Z + N is hetzelfde gebleven
14158 Ce = 0-1 e (of beta-) + 14159 Pr

Slide 25 - Diapositive

Gamma straling

Slide 26 - Diapositive


Slide 27 - Question ouverte

Slide 28 - Diapositive

Je weet nu
.. hoe atoomkernen vervallen.
.. waar ioniserende straling vandaan komt.

Slide 29 - Diapositive

Opdrachten maken
route 1: 11 t/m 20, 22
route 2: 12, 15, 17, 18, 20 t/m 24
vwo: 11 t/m 20, 22

Slide 30 - Diapositive