Introductie van de geschiedenis

Introductie Geschiedenis. 
1 / 29
suivant
Slide 1: Diapositive
GeschiedenisMiddelbare schoolmavoLeerjaar 1

Cette leçon contient 29 diapositives, avec quiz interactifs et diapositives de texte.

time-iconLa durée de la leçon est: 120 min

Éléments de cette leçon

Introductie Geschiedenis. 

Slide 1 - Diapositive

Wat gaan we doen:
Voorstellen, regels afspreken.
Geschiedenis, wat is dat voor vak? 
Waarom is geschiedenis belangrijk? 
De onderwerpen van dit jaar. 
Wat je heb je nodig voor dit vak? 
Aan de slag.

Slide 2 - Diapositive

Voorstellen

Slide 3 - Diapositive

Regels 
  • Wanneer ik praat zijn jullie stil. 
  • Wanneer je wat wil zeggen steek je je vinger op en wacht je tot je wat mag zeggen.
  • We laten elkaar uitpraten.
  • Aan het begin van de les leg je je spullen klaar en wacht je op instructies.
  • Het lokaal houd je netjes!! Ruim rommel op!!

Slide 4 - Diapositive

Pak pen en papier

Slide 5 - Diapositive

Thema: jagers en boeren
Wat is geschiedenis?
Je legt het begrip geschiedenis uit.


Je legt met een voorbeeld uit waarom je het vak geschiedenis krijgt op de middelbare school.

Slide 6 - Diapositive

Leerdoel
  • Ik maak kennis met de 10 tijdvakken
  • Ik weet hoe ik moet werken met Geschiedeniswerkplaats

Slide 7 - Diapositive

Geschiedenis is leuk!
😒🙁😐🙂😃

Slide 8 - Sondage

Bij geschiedenis denk ik aan...

Slide 9 - Carte mentale

Het vak geschiedenis is onzin, alles is toch al gebeurd
A
Ja dat klopt
B
Nee dat klopt niet

Slide 10 - Quiz

Waarom heb je het vak geschiedenis op school denk je?

Slide 11 - Diapositive

Waarom geschiedenis
  • Geschiedenis geeft je een idee over wie je bent.
  • Geschiedenis helpt om de wereld te begrijpen.
  • Geschiedenis leert je afvragen wat waar is in het verleden.
  • Geschiedenis leert je af te vragen waarom iemand een bepaalde mening heeft.
  • Geschiedenis laat je nadenken over wat goed of slecht is om te doen.

Slide 12 - Diapositive

Wat heb je nodig?

  • Een device (laptop)
  • Je map met daarin de uitgewerkte werkdoelen. 
  • etui

Slide 13 - Diapositive

Leerjaar 1: 

Slide 14 - Diapositive

Jaartallen

Slide 15 - Diapositive

Zet de symbolen van de tijdvakken in de juiste volgorde
Tijd van Jagers en boeren
Tijd van Burgers en stoommachines
Tijd van Monniken en Ridders
Tijd van Televisie en Computer
Tijd van Ontdekkers en Hervormers
Tijd van Steden en Staten
Tijd van Pruiken en Revoluties
Tijd van Grieken en Romeinen
Tijd van Regenten en Vorsten
Tijd van Wereldoorlogen
Vroeger -------------------------------------------------------------------------------------------------------------> Nu

Slide 16 - Question de remorquage

Welke omschrijving hoort bij welk tijdvak?
tijdvak 1
tijdvak 2
tijdvak 3
tijdvak 4
tijdvak 5
tijdvak 6
tijdvak 7
tijdvak 8
tijdvak 9
tijdvak 10
Ontdekkers en hervormers
Steden en staten
Jagers en boeren
Grieken en Romeinen
Wereld- oorlogen
Televisie en computer
Pruiken en revoluties
Monniken en ridders
Regenten en vorsten
Burgers en stoommachines

Slide 17 - Question de remorquage

Welk tijdvak is dit?
A
Tijd van monniken en ridders
B
Tijd van steden en staten
C
Tijd van burgers en stoommachines
D
Tijd van Grieken en Romeinen

Slide 18 - Quiz


Het jaar 200 n.chr. hoort bij welke periode? 
A
De Middeleeuwen
B
De Oudheid
C
De Prehistorie
D
De Moderne Tijd

Slide 19 - Quiz

Welk tijdvak is dit?
A
Tijd van pruiken en revoluties
B
Tijd van steden en staten
C
Tijd van wereldoorlogen
D
Tijd van televisie en computers

Slide 20 - Quiz

Welk tijdvak is dit?
A
Tijd van pruiken en revoluties
B
Tijd van ontdekkers en hervormers
C
Tijd van jagers en verzamelaars
D
Tijd van regenten en vorsten

Slide 21 - Quiz

  Ongeschreven bron
     Ongeschreven bron
       Geschreven bron
     Geschreven bron

Slide 22 - Question de remorquage

Continuïteit= als iets hetzelfde blijft. 
Verandering= als iets anders wordt. 

Slide 23 - Diapositive

Verandering of continuïteit?
Vergelijk in de tijd. Is er bij de onderstaande situaties sprake van verandering of continuïteit met de jagers-verzamelaars?   
1: Eten kopen in de supermarkt 
2: Vrouwen die voor de kinderen zorgen 
3: Het Sanvolk in Afrika jaagt op antilopen 
4: Een boer haalt de oogst van het land 
5: Leven als nomade, verhuizen van plek naar plek 
6: Ik woon in een groot en stevig huis en heb veel spullen 
7: Een oude man vertelt verhalen bij het kampvuur 
8: Als ik op reis ga neem ik alleen de dingen mee die ik echt nodig heb.  

Slide 24 - Diapositive

Slide 25 - Diapositive

De vijf W's + H 
Wie, Wat, Waar, Wanneer, Waarom, Hoe

 1: Wie hebben de tekeningen gemaakt? 
2: Wat zie je op de tekeningen?
 3: Waar zijn ze gevonden?   
4: Wanneer zijn ze gemaakt? 
 5: Waarom zijn deze tekeningen gemaakt? 
 6: Hoe leefden deze mensen?  
7: Wat vind je van de tekeningen? Geef je mening. 

Slide 26 - Diapositive

Slide 27 - Diapositive

De vijf W's.
Wie, Wat, Waar, Wanneer, Waarom.    
 
 1: Wie hebben de tekeningen gemaakt?  
2: Wat zie je op de tekeningen? 
 3: Waar zijn ze gevonden?    
4: Wanneer zijn ze gemaakt?  
 5: Waarom zijn deze tekeningen gemaakt?  
 6: Hoe leefden deze mensen?   
7: Wat vind je van de tekeningen? Geef je mening. 

Slide 28 - Diapositive

'Alles wat ontstaat in het verleden, bestaat in het heden.'

Slide 29 - Question ouverte