2.2 deel 1 en 2

Voedsel en economie in de VS
  • Herhaling vorige les
  • Handel in landbouwproducten
  • Bijdrage aan de economie
1 / 16
suivant
Slide 1: Diapositive
AardrijkskundeMiddelbare schoolvmbo k, g, tLeerjaar 2

Cette leçon contient 16 diapositives, avec quiz interactifs et diapositives de texte.

time-iconLa durée de la leçon est: 45 min

Éléments de cette leçon

Voedsel en economie in de VS
  • Herhaling vorige les
  • Handel in landbouwproducten
  • Bijdrage aan de economie

Slide 1 - Diapositive

In het oosten van de VS heb je een zeeklimaat. Hier heb je:
A
Koele zomers en zachte winters. Het hele jaar regen.
B
Koude zomers en warme winters. Veel regen in de zomer.
C
Hele warme zomers en koele winters. Bijna geen regen.
D
Warme zomers en warme winters. Bijna geen regen.

Slide 2 - Quiz

Het zeeklimaat is geschikt voor:
A
Bosbouw
B
Akkerbouw
C
Veeteelt
D
Tuinbouw

Slide 3 - Quiz

De Appalachen zijn een ...
A
Hooggebergte
B
Laaggebergte
C
Middelgebergte
D
Hoogvlakte

Slide 4 - Quiz

In de Great Plains is er een steppeklimaat. Het is er droog en boeren gebruiken irrigatie.
A
Waar
B
Niet waar

Slide 5 - Quiz

De Rocky Mountains is een middelgebergte.
A
Waar
B
Niet waar

Slide 6 - Quiz

Aan de loefzijde van de berg is het vaak droog
A
Waar
B
Niet waar

Slide 7 - Quiz

Handel in de landbouwproducten
  • In de VS wordt er meer voedsel geproduceerd dan ze nodig hebben.
  • Het land verkoopt ongeveer 20% van de landbouwproducten aan het buitenland. Dit noem je export.

Slide 8 - Diapositive

Handel in de landbouwproducten
  • De VS haalt ook voedselproducten uit het buitenland. Dit noem je import.
  • Wat voor een producten zouden dit kunnen zijn?

Slide 9 - Diapositive

Bijdrage aan de economie
  • De landbouw draagt voor 1% bij aan het bruto nationaal product (bnp) van de VS. bnp = het geld dat alle inwoners van een land in een jaar samen verdienen.
  • Maar landbouwproducten gaan ook naar de voedselverwerkende industrie, en daarna weer naar winkels of restaurants. Ook die dingen dragen bij aan het bnp.

Slide 10 - Diapositive

Bijdrage aan de economie
  • In de landbouw werken natuurlijk ook mensen. De landbouw sector is een primaire sector. Hier worden producten direct uit de grond gehaald

Slide 11 - Diapositive

  Twee soorten intensieve landbouw:​
      ​
     1 kapitaalintensief: veel geld nodig per hectare / dier / product​
        BV  machines, installaties, gebouwen​
     2 arbeidsintensief: veel arbeid nodig per hectare / product​
        BV plukken, oogsten, inpakken

Slide 12 - Diapositive

Landbouw
• Central Valley: vruchtbare, vlakke vallei met een enorme voedselproductie​
     - fruit, noten, groenten​
     - veel export​
     - veel werkgelegenheid (arbeidsintensief)​
     - kenmerken arbeiders: laagopgeleid, vaak geboren in Mexico, 60% illegaal  

Slide 13 - Diapositive

Great plains
• Great Plains: enorme tarweproductie​
     - brood, koekjes, pasta​
     - veel export​
     - enorme boerderijen​
     - weinig werkgelegenheid​
     - hoger opgeleide arbeiders vanwege ​
       ingewikkelde machines

Slide 14 - Diapositive

Intensieve landbouw
Veel intensieve rundveehouderijen:​
     - grote productie rundvlees​
     - in gebieden met graan (mais), ​
       aardappelen, groente, fruit​
        veevoer​
     

Slide 15 - Diapositive

Maak paragraaf 2.2 helemaal af!

Slide 16 - Diapositive