BS 3.2 Overeenkomst en verwantschap

Thema 3 Ordening
BS 3.2 Overeenkomst en verwantschap
1 / 22
suivant
Slide 1: Diapositive
BiologieMiddelbare schoolmavo, havoLeerjaar 1

Cette leçon contient 22 diapositives, avec quiz interactifs, diapositives de texte et 3 vidéos.

time-iconLa durée de la leçon est: 70 min

Éléments de cette leçon

Thema 3 Ordening
BS 3.2 Overeenkomst en verwantschap

Slide 1 - Diapositive

De terugblik
De komende sheets zijn een terugblik op de stof van de vorige les. Wat weet je nog van de vorige les?

Slide 2 - Diapositive

Op basis van welke kenmerken kunnen we organismen indelen?

Slide 3 - Question ouverte

Hoe heten de twee hoofdgroepen waarin je een organisme kan indelen?
A
prokaryoten en eukaryoten
B
Dieren en schimmels
C
Protozoa en chromista
D
Bacteriën en planten

Slide 4 - Quiz

In welke 5 rijken kunnen we de Eukaryoten indelen?
A
Chromista, planten, dieren, schimmels
B
Eukaryoten, Prokaryoten, dieren, schimmels, bacteriën
C
Cromista, Protozoa, dieren, schimmels, planten
D
Protozoa, Cromista, Prokaryoten, dieren, planten

Slide 5 - Quiz

Hoe heet een schema waarin je kan aflezen in welke groepen de organismen zijn ingedeeld?
A
Overzicht
B
Schema
C
Vertakkingsschema
D
organogram

Slide 6 - Quiz

Leerdoelen Bs 3.2
Je kunt uitleggen wanneer organismen tot dezelfde soort behoren.

 
Je kunt uitleggen dat de indeling van organismen berust op overeenkomst en verwantschap.

Slide 7 - Diapositive

Je mag ook nu al aan de slag met het maken van BS 3.2 of kiezen wat je gaat doen daarvoor
A
Meteen aan de slag met BS 3.2 maken en zo nodig mevrouw Bus om hulp vragen
B
Eerst de PPP doornemen en daarna BS 3.2 maken
C
De filmpjes kijken van BS 3.2 en daarna aan de slag
D
Alle bovenstaande

Slide 8 - Quiz

Slide 9 - Vidéo

Verder kijken naar overeenkomsten
Organismen kunnen worden ingedeeld in geslachten, denk bijvoorbeeld aan de panters. Hier vallen een leeuw en een tijger  onder, zijn zijn weer uit dezelfde familie de katachtigen.
Ze lijken dan ook heel erg op elkaar, veel meer dan bijvoorbeeld een Aap en een Tijger. Ze hebben veel minder overeenkomsten dan bijvoorbeeld de tijgers en leeuwen of de olifanten, zij worden dus niet ingedeeld in dezelfde groepen.

Slide 10 - Diapositive

Soorten
Ook al lijken organismen veel op elkaar ze zijn niet altijd van dezelfde soort.
Hoe kan je dit nou weten? We kijken dan naar of organismen vruchtbare nakomelingen kunnen krijgen ofwel, of de nakomelingen weer nakomelingen kunnen krijgen. Als dit zo is behoren ze tot dezelfde soort. Is dit niet zo, nou ja, dan dus niet.
Een voorbeeld: Een leeuw en een tijger --> Lijger of een teeuw 
Ezel en een paard--> Een muildier of muilezel . Deze dieren kunnen zich dus niet voortplanten.

Dieren die wel tot dezelfde soort behoren zijn bijvoorbeeld honden en katten; Een labrador en een poedel --> Labradoedel deze dieren kunnen zich wel weer onderling voortplanten. Deze dieren behoren dus tot dezelfde soort maar tot een ander ras. Je krijgt dan dus een combinatie van rassen

Slide 11 - Diapositive

Evolutie
Evolutie is het ontstaan van nieuwe soorten, veranderen van soorten (in het genotype) en het verdwijnen daarvan.
 Dieren hebben veel overeenkomsten maar de ene is beter aangepast om te leven in een bepaald milieu dan de ander. Dit heet variatie. Variatie wil ook zeggen kleine verschillen tussen organismen. Denk bijvoorbeeld aan gele en bruine slakken de gele slakken zullen meer opvallen op een donkere ondergrond dan de bruine en zullen dus eerder worden opgegeten dan de bruine. De bruine slakken zullen zich dus wel voortplanten en in leven blijven en de gele zullen uitsterven. Of ijsberen kunnen beter leven op de noordpool dan de bruine beren. Ze vallen teveel op en hebben daarom een lagere overlevingskans. Dit noemen we natuurlijke selectie.

Slide 12 - Diapositive

Verwantschap
Denk maar aan je ouders, jij bent een combinatie van het DNA van hen. Als je een broertje of zusje hebt dan ben je nauw aan elkaar verwant. Je hebt dan overeenkomsten in het DNA en uiterlijk.
Dit komt omdat jullie een gemeenschappelijke voorouder hebben. Hoe korter geleden de gemeenschappelijke voorouder heeft geleefd hoe meer verwant ze aan elkaar zijn.

Slide 13 - Diapositive

Aan de slag!
Nu heb je de stof van BS 3.2 doorgenomen. Je kan ook nog 2 filmpjes kijken die over deze stof gaan.
Je mag daarna aan de slag gaan met het maken van BS 3.2 in je onlineboek. (alles zou nu verholpen moeten zijn)

Slide 14 - Diapositive

Slide 15 - Vidéo

Slide 16 - Vidéo

Lesafsluiting
Maak de volgende vragen als je klaar bent met de opdrachten in je boek.

Slide 17 - Diapositive

Wat hebben jullie deze les geleerd?

Slide 18 - Carte mentale

Leg uit wanneer 2 organismen tot dezelfde soort behoren

Slide 19 - Question ouverte

Leg uit wat evolutie is

Slide 20 - Question ouverte

Leg uit wat verwantschap is

Slide 21 - Question ouverte

Dit was de les!
Dank jullie wel en tot de volgende keer!
Huiswerk voor de volgende les:
Maken BS 3.2 in je online boek en lessonup.
Lezen BS 3.3 Dieren.

Slide 22 - Diapositive