Cette leçon contient 23 diapositives, avec quiz interactifs et diapositives de texte.
La durée de la leçon est: 40 min
Éléments de cette leçon
Vak: Economie
Hoofdstuk: 5.3 Wat betaald de consument?
1.
Lesopening
2.
Lesdoel + Leergebiedoverstijgende doelen
3.
Mini-check + arrangementen
4.
Instructie
5.
Begeleid inoefenen
6.
Zelfstandig werken
7.
Evaluatie
Slide 1 - Diapositive
1. Lesopening
Pak je boek van economie op tafel en laat deze nog dicht op tafel liggen.
Huiswerk controle:
Herhaling (5.1 en 5.2) en rekenopdrachten (1 tot en met 4)
Slide 2 - Diapositive
2. Lesdoelen
Aan het einde van de les:
- weet je wat BTW is?
- weet je of een winkelier iets verdient aan BTW.
- weet je hoe je de consumentenprijs berekent.
- weet je hoe je terugrekent van de consumentenprijs naar de verkoopprijs.
Slide 3 - Diapositive
3. Arrangementen
- Verdiept: kijk of je zelfstandig aan de slag kunt of dat je mee wil doen aan de instructie na het benoemen van de lesdoelen en het lezen van de theorie.
n.v.t.
- Basis: doe mee aan de mini-check. Alles goed? Zelfstandig aan de slag. Niet alles goed? Instructie volgen, daarna aan de slag.
Iedereen
- Intensief: doe mee aan de mini-check. Instructie volgen, kom aan de groepstafel zitten.
n.v.t.
Slide 4 - Diapositive
Verdiept arrangement:
Verdiept:
Huiswerk noteren + maken:
les: 5.3 deel 1
opdr: 36 t/m 46
blz: 138/139
Slide 5 - Diapositive
Mini-check
Leerlingen in het basis en intensief arrangement doen mee met de mini-check.
Slide 6 - Diapositive
Wat is BTW?
A
belasting toenemende waarde
B
belasting toegevoegde waarde
C
belasting toegevoegde winkel
D
belasting tegen waarde
Slide 7 - Quiz
9% BTW of 21% BTW
A
9%
B
21%
Slide 8 - Quiz
Wat is een indirecte belasting?
A
Een belasting die je rechtstreeks aan de overheid betaalt
B
Een belasting die je via de belastingdienst aan de overheid betaalt
C
Een belasting die je via een winkelier aan de overheid betaalt
Slide 9 - Quiz
Wat is GEEN voorbeeld van een BTW
A
Over een glas alcohol betaal je belasting
B
Over een product in de winkel betaal je belasting
C
Over je inkomen betaal je belasting
D
Op een camping betaal je belasting
Slide 10 - Quiz
Wie maakt wat:
3 vragen of meer goed? Ga zelfstandig aan de slag:
les 5.3 opdracht 36 t/m 46 op blz. 138/139.
De rest doet mee met de instructie.
Slide 11 - Diapositive
4. Instructie
Lees en kijk mee naar de volgende dia.
Slide 12 - Diapositive
BTW
De btw is 21% voor de meeste producten die je koopt.
Voor de basisbehoeften zoals bijvoorbeeld levensmiddelen en geneesmiddelen betaal je 9% btw.
BTW is vorm van een indirecte belasting.
= belasting over de toegevoegde waarde. Het is een belasting die de winkelier moet optellen bij de verkoopprijs.
Slide 13 - Diapositive
basisbehoeften
9% BTW
overige behoeften
21% BTW
Slide 14 - Diapositive
BTW berekenen
Prijs exclusief btw +btw=prijs inclusief btw
100% + 21% = 121%
of
100% + 9% = 109%
Slide 15 - Diapositive
BTW berekenen
Een telefoon kost 330 euro exclusief btw. Hoeveel kost de telefoon inclusief btw?
Stap 1: Teken een procenttabel.
Stap 2: Zet de gegevens die je weet in de procenttabel.
Stap 3: Bereken de prijs incl. btw.
Prijs exclusief btw +btw=prijs inclusief btw
100%
9% of 21%
109% of 121%
%
100
1
€
Slide 16 - Diapositive
Jullie zien hier een aankoopbon.
Daarop staat het BTW tarief (percentage) en het BTW bedrag
Je ziet BTW exclusief en BTW inclusief op de bon
Slide 17 - Diapositive
Indirecte belastingen
Zitten verwerkt in de prijs van producten en diensten. Ze worden betaald aan de verkoper, deze draagt ze af aan de belastingdienst.
Het gaat om btw en accijns.
Slide 18 - Diapositive
5. Begeleid inoefenen
Wie kan zelfstandig aan de slag (verdiept) + (basis)?
jullie gaan zelfstandig les 5.3 opdracht 1 t/m 7 op blz. 156 t/m 157. Lees goed de stukjes tekst.
Wie heeft nog extra instructie/leeshulp nodig (intensief)?
Wij maken samen opdracht 38 (zie volgende slide)
Slide 19 - Diapositive
31. Zijn de volgende beweringen juist of onjuist?
a. De btw op appels is 9%
b. Op de meeste producten zit 21% btw
c. Voor een tablet betaal je 9% btw
d. Voor overige behoeften betaal je 9% btw.
Slide 20 - Diapositive
6. Zelfstandig werken
Je leest de blauwe & groene stukjes tekst.
Je maakt zelfstandig 5.3 opdracht 36 t/m 46 op blz. 138/139