4.1 Voortstuwen en tegenwerken (opg.4)

4.1 Voortstuwen en tegenwerken
  • Voortstuwen: Motorkracht, Spierkracht, Zwaartekracht, ..
  • Tegenwerken: Luchtwrijving, Rolwrijving, Schuifwrijving
  • Luchtwrijving hangt af van snelheid en frontaal oppervlak
  • Resulterende kracht Fres = Fvs - Ftw

1 / 12
suivant
Slide 1: Diapositive
NatuurkundeMiddelbare schoolhavoLeerjaar 3

Cette leçon contient 12 diapositives, avec quiz interactifs, diapositives de texte et 1 vidéo.

time-iconLa durée de la leçon est: 45 min

Éléments de cette leçon

4.1 Voortstuwen en tegenwerken
  • Voortstuwen: Motorkracht, Spierkracht, Zwaartekracht, ..
  • Tegenwerken: Luchtwrijving, Rolwrijving, Schuifwrijving
  • Luchtwrijving hangt af van snelheid en frontaal oppervlak
  • Resulterende kracht Fres = Fvs - Ftw

Slide 1 - Diapositive

Eerste wet van Newton
Als de resulterende kracht op een voorwerp 0 N is
en het voorwerp beweegt al, dan beweegt het met dezelfde snelheid verder. Staat het voorwerp stil, dan blijft het ook stilstaan.

Slide 2 - Diapositive

0

Slide 3 - Vidéo

Veranderen van richting
  • De eerste wet van Newton gaat over krachten in de richting van de beweging.
  • Als de resulterende kracht loodrecht op de beweging staat verandert alleen de richting.

Slide 4 - Diapositive

4a. Welke kracht werkt hier vooral de beweging tegen?
A
Luchtwrijving
B
Schuifwrijving
C
Spierkracht
D
Niets

Slide 5 - Quiz

4b. Hoe groot is de resulterende kracht die op de slee werkt?
A
50 N
B
- 50 N
C
25 N
D
0 N

Slide 6 - Quiz

5a. Hoe groot is de wrijvingskracht, zolang de verkoopster duwt, maar de kist niet beweegt?
A
0 N
B
115 N
C
230 N
D
350 N

Slide 7 - Quiz

5b. Hoe groot is de wrijvingskracht als de verkoopster stopt met duwen?
A
0 N
B
115 N
C
230 N
D
350 N

Slide 8 - Quiz

5c. Hoe groot is de wrijvingskracht als de verkoopster met 350 N duwt en de kist met constante snelheid beweegt?
A
0 N
B
115 N
C
230 N
D
350 N

Slide 9 - Quiz

Motorkracht
Wrijvingskracht
Zwaartekracht

Slide 10 - Question de remorquage

6c,d,e. Hoe beweegt het busje?

Het busje staat stil.
Het busje beweegt met constante snelheid
Het busje versnelt.
Het busje vertraagt.
Sleep naar de goede beweging:
FA > FB
FA = FB
FA < FB

Slide 11 - Question de remorquage

Huiswerk
Kijk de opgaven van 4.1 na,
met behulp van de pdf in de classroom.

Slide 12 - Diapositive