Drugs alcohol en roken

Drugs en alcohol en roken 
Burgerschap les 5
Jongeren: alcohol, drugs en verslavingen


1 / 25
suivant
Slide 1: Diapositive
BurgerschapMBOStudiejaar 1

Cette leçon contient 25 diapositives, avec quiz interactifs, diapositives de texte et 1 vidéo.

time-iconLa durée de la leçon est: 60 min

Éléments de cette leçon

Drugs en alcohol en roken 
Burgerschap les 5
Jongeren: alcohol, drugs en verslavingen


Slide 1 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Terugblik vorige les
  1. Presentaties
  2. Rookbeleid 
  3. kan een drug ook voordelen hebben

Slide 2 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Lesdoelen
1. Na deze les weet je het verschil tussen  Downers, Uppers en Trippers.
2. Weet je waarom mensen genotsmiddelen gebruiken
3. Weet je het verschil tussen recreatief gebruik en verslaving

Slide 3 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Wat zijn genotsmiddelen?
Het zijn stoffen die door mensen worden gebruikt om zich beter te voelen.





Willem voor koffie ---------------------------------> Willem na koffie
Maar hoe komen we zo ver dat we het daadwerkelijk gaan gebruiken?

Slide 4 - Diapositive

Genot komt van genieten. 
timer
1:00
En op welke manier komen mensen in aanraking met drugs, alcohol en roken?

Slide 5 - Carte mentale

Cet élément n'a pas d'instructions

Waarom gebruiken mensen?
Drugs, alcohol en tabak vallen dus onder genotsmiddelen. 
Alle soorten hebben hun eigen invloed. 

Stimulerend (uppers)
Bij deze middelen krijgt de gebruiker het gevoel meer energie te hebben en alerter te zijn. De ademhaling en hartslag verhogen, de bloeddruk stijgt en de spieren spannen zich aan. Voorbeelden: cocaïne en amfetamine maar ook tabak en koffie. Stimulerende middelen worden soms ook wel ‘uppers’ genoemd.
Verdovend (downers)
Hierbij komt de gebruiker in een slaperige roes. Verdovende middelen hebben een kalmerende en ontspannende werking. De gebruiker kan in een slaperige roes komen. De ademhaling en hartslag worden langzamer en spieren ontspannen. Voorbeelden: heroïne en andere opiaten, ghb, maar ook alcohol en slaapmiddelen. Verdovende middelen worden soms ook wel ‘downers’ genoemd
Veranderend van bewustzijn (trippers)
De gebruiker van deze middelen gaat de wereld (heel) anders zien en beleven doordat deze middelen het bewustzijn tijdelijk veranderen. Voorbeelden: LSD, hasj en wiet, paddo’s. Bewustzijnsveranderende middelen worden soms ook wel ‘trippers’ of ‘tripmiddelen’ genoemd.

Slide 6 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Downers
Dit zijn middelen met een verdovende werking. 
Denk hierbij aan alcohol, wiet, opium en slaapmiddelen.

Slide 7 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Waarom denk jij dat mensen downers gaan gebruiken?

Slide 8 - Question ouverte

Cet élément n'a pas d'instructions

Redenen gebruik downers
Downers worden vaak recreatief gebruikt. Op vrijdagmiddag een wijntje op een terrasje drinken is hier een voorbeeld van.
De valkuil van het gebruiken van genotmiddelen is dat het verslavend werkt. Je leert je te ontspannen met behulp van een genotsmiddel, en het wordt steeds moeilijker op te ontspannen zónder. 

 

Trippers worden vooral gebruikt om een verandering van de werkelijkheid waar te nemen. Trippers worden vaak uit nieuwsgierigheid gebruikt. Sommige mensen gebruiken trippers om meer inzicht in zichzelf te krijgen. Het gebruiken van dit soort genotmiddelen is minder verslavend. Dit komt omdat het trippen als erg intens wordt ervaren en omdat deze middelen simpelweg niet of nauwelijks meer werken als deze snel achter elkaar gebruikt worden.

Slide 9 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Uppers
Dit zijn middelen met een stimulerende werking. 
Denk hierbij aan cafeïne, nicotine, xtc, cocaïne en speed.

Slide 10 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Waarom denk jij dat mensen Uppers gaan gebruiken?

Slide 11 - Question ouverte

Cet élément n'a pas d'instructions

Reden gebruik Uppers
Ook uppers worden vooral recreatief gebruikt. Sommige festivalgangers nemen speed of XTC om langer door te kunnen dansen op een feest. Ook hier ligt de valkuil op de loer: vraag maar eens aan een koffie-addict wat er gebeurt als diegene een dag geen koffie drinkt. Het antwoord is waarschijnlijk dat hij of zij hoofdpijn krijgt en chagrijnig wordt.

Slide 12 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Trippers
Dit zijn middelen die de zintuiglijke waarneming veranderen (psychedelica). 
Denk hierbij aan paddo's, truffels en LSD.

Slide 13 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Waarom denk jij dat mensen trippers gebruiken?

Slide 14 - Question ouverte

Cet élément n'a pas d'instructions



Trippers worden vooral gebruikt om een verandering van de werkelijkheid waar te nemen. Trippers worden vaak uit nieuwsgierigheid gebruikt. Sommige mensen gebruiken trippers om meer inzicht in zichzelf te krijgen.

Het gebruiken van dit soort genotmiddelen is minder verslavend. Dit komt omdat het trippen als erg intens wordt ervaren en omdat deze middelen simpelweg niet of nauwelijks meer werken als deze snel achter elkaar gebruikt worden.


Reden gebruik trippers

Slide 15 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Recreatief gebruik

  • Gebruik voor plezier en ontspanning. Gebruik voor de roes. 
  • Gebruik zonder dat het invloed heeft op werk/school/hobby’s of op contacten met familie en vrienden.
  • Gebruik waarbij men zich bewust is van de risico’s.
  • Gebruik dat matig en gecontroleerd is en dat weinig of geen tijd kost.

Slide 16 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Slide 17 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

1

Slide 18 - Vidéo

Cet élément n'a pas d'instructions

01:22
Bedenk waarom de mensen die naar oktoberfest gaan alcohol nuttigen en benoem of jij dit recreatief gebruik vindt of niet en waarom.

Slide 19 - Question ouverte

Cet élément n'a pas d'instructions

fases
  • Experimenteren
  • Recreatief gebruik
  • Gewoontegebruik
  • Problematisch gebruik
  • Verslaving

Slide 20 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Opdracht: Genot of verslaving?
Beantwoord de volgende vragen:
1. Wanneer is iemand verslaafd? 
2. Wat zijn ontwenningsverschijnselen?
3. Op welke sites kun je informatie opzoeken en voorlichting krijgen over drugs, alcohol en roken? 
timer
10:00

Slide 21 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Verslaafd zijn
Afhankelijkheid zijn van een bepaald middel (bijvoorbeeld drugs, alcohol, roken), waarbij er een enorme behoefte bestaat om dit middel te gebruiken.

Slide 22 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Ontwenningsverschijnselen 
 Reacties die het lichaam afgeeft als het niet meer het middel binnen krijgt waar iemand aan verslaafd is.

Slide 23 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Nabespreken
1. Ken je het verschil tussen uppers, downers en trippers?

2. Weet je waarom mensen gaan gebruiken?

3. Weet je het verschil tussen recreatief gebruik en verslaving?




Slide 24 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Slide 25 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions