24/25 week 3

24/25 week 3
1 / 24
suivant
Slide 1: Diapositive

Cette leçon contient 24 diapositives, avec quiz interactifs et diapositives de texte.

Éléments de cette leçon

24/25 week 3

Slide 1 - Diapositive

het bezittelijk voornaamwoord

Slide 2 - Diapositive

C'est (mijn) livre (m)
A
mon
B
ma
C
mes

Slide 3 - Quiz

(jouw) copain
A
ton
B
ta
C
tes

Slide 4 - Quiz

(zijn) copine
A
son
B
sa
C
ses

Slide 5 - Quiz

(haar) père
A
sa
B
ses
C
son

Slide 6 - Quiz

(jouw) livres
A
ton
B
ta
C
tes

Slide 7 - Quiz

(haar) enfant
A
ses
B
son
C
sa

Slide 8 - Quiz

(haar) parents
A
son
B
sa
C
ses

Slide 9 - Quiz

Au travail
Maken exercices 16 c en d

Slide 10 - Diapositive

Antwoorden stamboom
1 Simone est ma grand-mère.
2 Eric est le mari de Claire.
3 J’ai douze ans.
II
4 Emma (14)
5 Fabrice (45)


Slide 11 - Diapositive

In welke groep heb je vandaag gewerkt?
groep 1 zelfstandig werken
groep 2 instructie en zelfstandig werken
groep 3 instructie en LessonUp

Slide 12 - Sondage

Heb je het gevoel dat je vandaag veel geleerd hebt?
ja, meer dan normaal (in 1 groep)
Nee, minder dan normaal in 1 groep
Hetzelfde

Slide 13 - Sondage

Zou je volgende keer voor dezelfde groep kiezen en waarom wel/niet?

Slide 14 - Question ouverte

Vind je het fijner om in een groep, twee groepen of in drie groepen te werken
1 groep
2 groepen
3 groepen

Slide 15 - Sondage

Hoe oud zijn de kinderen met de taart geworden?
Sleep het juiste getal naar de juiste taart!
Treize
Quatorze
Dix
Onze

Slide 16 - Question de remorquage

Elle a quel âge ?
A
cinq
B
six
C
sept
D
huit

Slide 17 - Quiz

Som:
trois + quatre =?

Slide 18 - Question ouverte

som:
sept - deux=

Slide 19 - Question ouverte

Qu'est ce que c'est 2 en français?

Slide 20 - Question ouverte

trois plus sept font combien?

Slide 21 - Question ouverte

quinze moins huit font combien?

Slide 22 - Question ouverte

Wie kan tot 20 tellen?
We gaan het volgende spelletje doen: 'Plus ou moins'. Neem een getal in gedachten. Je buurman of buurvrouw gaat het getal raden.

Voorbeeld:
A: *heeft 13 in zijn/haar hoofd*
B: quatorze?
A: Moins (minder)
B: onze?
A: Plus (meer)


timer
1:00
timer
5:00

Slide 23 - Diapositive

Spel met cijfers
Iemand start met tellen tot 20 in het Frans
Als je een cijfer tegelijk met iemand anders zegt, beginnen we opnieuw
Hoe goed voelen we elkaar aan?
timer
5:00

Slide 24 - Diapositive