leerjaar 1 H5 TV: vt zwakke werkwoorden

• Nederlands
• Middelbare school
• vmbo k
• Leerjaar 1

Welkom!

Doe je jas uit, tas van tafel.

Log in bij Lessonup. Pak je boek, schrift, mapje , leesboek en een pen.

Wees stil, dan kunnen we beginnen.

Pak je leesboek. We beginnen met 10 minuten stillezen.

Lesdoelen

• Ik kan de verleden tijd van zwakke werkwoorden goed spellen.
• Ik kan woorden met t en th goed spellen.

• Schrijven van een advertentie

Vorige les

Welke 2 groepjes heb je gemaakt van de werkwoorden?

betalen - ruilen - werken

duiken - lezen -rijden

Waarom?

Wat is ook alweer de persoonsvorm?
En hoe vind je de persoonsvorm?

Persoonsvorm

• De zin vragend te maken.
  Het eerste woord is de persoonsvorm.

Ik mag mijn jas aantrekken. > Mag ik mijn jas aantrekken?

• De zin in een andere tijd te zetten. 
  Het werkwoord dat verandert, is de persoonsvorm.

Jullie werken hard tijdens de les. > Jullie werkten hard in de les.

Wat is een werkwoord vervoegen?

Vervoegen

Het werkwoord in verschillende vormen zetten.

stam	ik-vorm	ik loop/word, loop/word je
stam + t	jij-vorm	je, jij loopt/wordt
stam + t	hij/zij-vorm	hij, zij, men, het loopt/wordt
infinitief/hele werkwoord	wij-vorm	wij, jullie lopen/worden

Zwakke en sterke werkwoorden

Zwak werkwoord: verandert niet van klank. Bijvoorbeeld: Rennen - renden

Sterk werkwoord: verandert wel van klank. Bijvoorbeeld: duiken - doken

Verleden tijd (vt) zwakke werkwoorden

Verleden tijd (vt): iets is al gebeurd. 

Bij zwakke werkwoorden zet je in de verleden tijd achter de ik-vorm van een werkwoord -de(n) of -te(n)

Bijvoorbeeld: betalen - betaalden

VT zwakke werkwoorden

	Ik-vorm + -de	Ik-vorm + -te
Ik vorm	Betalen = betaal	Lachen = lach
één persoon	Betaal de	Lach te
Meerdere personen	Betaal den	Lach ten

't ex-kofschip

't ex-kofschip

't ex-kofschip

Hoe schrijf je de persoonsvorm in de vt van de zinnen?

H5, TV: opdr. 1 (blz. 144)

Wat?

• H5 TV: opdr. 2,3,4 en 6.

Hoe?

• Boek blz. 144-145
• Of online > planning.

Klaar? 

• Lezen in je leesboek
• Werken aan je schrijfdossier
• Numo

Heb je hulp nodig?

Kijk eerst naar het stoplicht.

 

Rood? Stil. 

Stel je vraag aan de docent (alleen als je echt niet verder kunt).

Geel? Fluisterniveau. 

Vraag diegene naast je.

Groen? Fluisterniveau. 

Vraag diegene naast je of de docent.

Aan het werk

Opdracht 4 blz. 145

Luister goed naar elkaar.

Bespreken

Na deze les...

• Kan ik de verleden tijd van zwakke werkwoorden goed spellen.
• Kan ik woorden met t en th goed spellen.

Doel

Ik kan werkwoorden in de vt schrijven.

😒🙁😐🙂😃

Wat vind je nog lastig?

Huiswerk

• Opdrachten afmaken die je nog niet af had.
• Wie vertelt het verhaal in jouw leesboek?