7G t/m 7I

Theorie

 7G 7H 7I
1 / 20
suivant
Slide 1: Diapositive
WiskundeMiddelbare schoolvmbo tLeerjaar 4

Cette leçon contient 20 diapositives, avec quiz interactifs et diapositives de texte.

time-iconLa durée de la leçon est: 120 min

Éléments de cette leçon

Theorie

 7G 7H 7I

Slide 1 - Diapositive

Rico berekenen
-je pakt twee makkelijke punten op de grafiek
-je tekent een driehoek
-je schrijft de veranderingen

-je berekent de rico 
=> verticale verandering: horizontale verandering

Slide 2 - Diapositive

De formule
Een formule:



Slide 3 - Diapositive

A - Grafiek en formule

stijggetal of daalgetal berekenen

  1. Twee punten zoeken die je wel goed kan aflezen
  2. Kijk hoeveel de grafiek stijgt tussen deze punten
  3. Maak de deling

Slide 4 - Diapositive

Begingetal en stijggetal 
Verdiensten Lonneke:
Verdiensten in € = 4 + 6 x aantal uren
Verdiensten in € = 4 + 6a

--> begingetal
6 --> stijggetal


Slide 5 - Diapositive

formule maken

Slide 6 - Diapositive

Oefenen
25 t/m 27, 30, 31, 36, 45, 46, 55

Slide 7 - Diapositive

Examenopdracht 
Druivenoogst afmaken
timer
10:00

Slide 8 - Diapositive

Lesson up vragen

Slide 9 - Diapositive

Welke formule hoort bij de grafiek?

Slide 10 - Question ouverte

maak de formule bij de grafiek

Slide 11 - Question ouverte


Maak de formule bij deze grafiek.

Slide 12 - Question ouverte

Welke formule hoort bij deze grafiek?

Slide 13 - Question ouverte

maak de formule bij de grafiek

Slide 14 - Question ouverte

Welk woord moet er op de puntjes bij een lineaire formule?
A
Beginwaarde
B
14
C
Richtingscoefficient
D
Omhooggetal

Slide 15 - Quiz

Wat is bij beide formules hetzelfde?
A
De richtingscoefficient (de a)
B
Het startgetal (de b)

Slide 16 - Quiz

Wat is het richtingscoefficient van grafiek k?
A
-1/2
B
1/2
C
-1
D
1

Slide 17 - Quiz

Bereken de richtingscoefficient bij deze tabel
A
40
B
-8
C
8
D
-0,1

Slide 18 - Quiz

Welke richtingscoefficient
hoort bij de grafiek?

A
0,5
B
5
C
6
D
0

Slide 19 - Quiz


Welk onderdeel van de formule heeft te maken met het vaste bedrag?
A
kosten in €
B
0,50
C
aantal foto's
D
2

Slide 20 - Quiz