WI 2T H4 W2.L4 - RekenenOnline en Extra vragen

• Wiskunde
• Middelbare school
• vmbo t
• Leerjaar 2

WI 2 P3 Hoofdstuk 6 - Vergroten

WI 2T H4 W2.L4 - 

RekenenOnline en Extra vragen

§6.1 Vergroten

Leerdoel 

Ik kan m.b.v. een vergrotingsgetal bepalen of er sprake is van een vergroting is of niet. 

• Je spreekt dus van een vergroting als alle zijden met hetzelfde getal worden vermenigvuldigd EN
• als alle hoeken even groot blijven.

§6.2 Factor groter dan 1

Leerdoel 

Ik kan de factor berekenen bij een vergroting en kan die gebruiken om de andere maten mee te berekenen.

• De factor is een getal waar je mee vermenigvuldigd. 
• Je kan dus de factor berekenen en daarmee rekenen. 
• Je gebruikt een pijlenketting om de factor te berekenen.

§6.3 Factor tussen 0 en 1

Leerdoel 

Ik kan vergrotingen berekenen met factoren tussen 0 en 1 en groter dan 1.

Belangrijke begrippen

Origineel: Beginsituatie, 1e figuur, werkelijkheid/echt

Beeld: Eindsituatie, 2e figuur, schaal/nep

Factor tussen 0 en 1 als het origineel kleiner wordt.

Voorbeeld: 

Een vergroting van A naar B:

A is het origineel, B is het beeld.

§6.4 Schaal

Leerdoel 

Ik kan m.b.v. de factor rekenen met schaal.

Uitlegvideo: Vergrotingsfactor

Uitlegvideo: factor tussen 0 en 1

Uitlegvideo: §6.4 Schaal

Alleen bestuderen als je bij de vragen er niet uit komt.

Welke berekening gebruik je bij de vergroting van B naar A?

1. 2 : 6 = 1/3 Dus factor is 1/3
2. 2 x 3 = 6 Dus factor is 3
3. 6 : 2 = 3 Dus factor is 3
4. 2 + 4 = 6 Dus de factor is 4

Welke berekening gebruik je bij de vergroting van C naar A te gaan?

1. 2 : 3 = 2/3 Dus factor is 2/3
2. 4,5 : 3 = 1,5 Dus factor is 1,5
3. 3 x 4,5 = 13,5 Dus factor is 4,5
4. 2 : 4 = 0,5 Dus de factor is 0,5

De diameter van 1 is 30cm. De diameter van de vergroting is 75 cm. Hoe bereken je de vergroting van figuur 1 naar figuur 2? Wat is de factor bij deze vergroting?

1

2

1. 30 : 75=0,4 Factor is 0,4
2. 30 x 2,5 = 75 Factor is 2,5
3. 75 : 30= 2,5 Factor is 2,5
4. 75 - 30 = 45 Factor is 45

De diameter van 1 is 30cm. De diameter van de vergroting is 75 cm. Hoe bereken je de vergroting van figuur 2 naar figuur 1? Wat is de factor bij deze vergroting?

1

2

1. 30 : 75=0,4 Factor is 0,4
2. 30 x 2,5 = 75 Factor is 2,5
3. 75 : 30= 2,5 Factor is 2,5
4. 75 - 30 = 45 Factor is 45

De paal is in de tekening 4 cm hoog. De breedte van de straat is in de tekening 6cm. In het echt is deze 4,5m hoog. Bereken de schaal en bereken de echte breedte van de straat.

Figuur 1 is 2cm hoog en 3 cm breed.
Figuur 2 is vergroot met factor 4.
Wat is de omtrek van figuur 1?

1. Omtrek fig 1 = 2 + 3 = 5 cm
2. Omtrek fig 1 = 2 x 3 x 2 x 3 = 24 cm^2
3. Omtrek fig 1 = 2 x 3 = 6 cm^2
4. Omtrek fig 1 = 2 + 3 + 2 + 3 = 10 cm

Figuur 1 is 2cm hoog en 3 cm breed.
Figuur 2 is vergroot met factor 4.
Leg hieronder uit dat figuur 2 hoogte 8 heeft en breedte 12.

Figuur 1 is 2cm hoog en 3 cm breed.
Figuur 2 is vergroot met factor 4.
Hoe vaak past de omtrek van figuur 1 in de omtrek van figuur 2?
Laat zien met een berekening.

Figuur 1 is 2cm hoog en 3 cm breed.
Figuur 2 is vergroot met factor 4.
Bereken de oppervlakte van figuur 1.
Bereken de oppervlakte van figuur 2.

Figuur 1 is 2cm hoog en 3 cm breed.
Figuur 2 is vergroot met factor 4.
Laat met een berekening zien dat de oppervlakte van figuur 1 16 keer in de oppervlakte van figuur 2 past.

Het linkertorentje is in Madurodam 120cm hoog en 25cm breed. In het echt is deze 30m hoog.
1: Bereken de schaal.
2: Bereken de echte breedte van het torentje

Beantwoord de twee vragen op papier en lever in.

Klaar!

Wat ga je nu doen?

Nakijken, verbeteren, nette foto's maken en 

inleveren in showbie.

Nog steeds tijd over? 

Ga door met RekenenOnline.