Hs 5 Regering en Parlement

1 / 20
suivant
Slide 1: Vidéo
MaatschappijleerMiddelbare schoolvwoLeerjaar 5

Cette leçon contient 20 diapositives, avec quiz interactifs, diapositives de texte et 1 vidéo.

time-iconLa durée de la leçon est: 45 min

Éléments de cette leçon

Slide 1 - Vidéo

Wat zegt dit incident over de verhouding tussen de Minister-President en de Koning?

Slide 2 - Question ouverte

Wie is het staatshoofd van Nederland?
A
Mark Rutte
B
Niemand, het kabinet is afgetreden.
C
Koning Willem-Alexander
D
Hugo de Jonge

Slide 3 - Quiz

Koning (staatshoofd)
Politieke Taken: 

- Ondertekenen van alle wetten en verdragen 
- Voorlezen van de troonrede op Prinsjesdag 
- Benoemen van ministers en staatssecretaris (formaliteit want wordt eigenlijk door de minister-president gedaan)
- Laten informeren over het kabinetsbeleid door de minister-president
- Ons land vertegenwoordigen in het buitenland d.m.v. staatsbezoeken

Slide 4 - Diapositive

Macht koning
- Hoewel de koning officieel staatshoofd is, ligt de feitelijke macht bij de regering. 
- Zij is verantwoordlijk voor het maken en uitvoeren van wetten, de koning zet slechts zijn handtekening eronder (samen met de verantwoordelijke minister). 
- Koning leest weliswaar troonrede voor, maar ministers zijn verantwoordlijk voor het aanleveren van de tekst (per beleidsterrein)
- De koning is onschendbaar (Artikel 42 grondwet). Het kabinet is verantwoordelijk voor zijn gedrag en uitspraken....Zo ook omstreden vakantie Griekenland. 

Slide 5 - Diapositive

Wat denk je dat het verschil is tussen de Regering en het Kabinet?

Slide 6 - Question ouverte

Slide 7 - Diapositive

Regering 
- De regering is verantwoordelijk voor het dagelijks bestuur van ons land. 
- Ministers (per beleidsterrein) en staatssecretarissen hebben een ambtenarenapparaat onder zich dat zich bezig houdt met de uitvoering van het beleid. 
- Beleidsvoornemens worden besproken in de ministerraad (waarvan de Minister-President de voorzitter is). 

Slide 8 - Diapositive

Wat wordt bedoeld met 'het parlement'
A
De eerste kamer
B
De tweede kamer
C
De eerste en tweede kamer
D
De staten-generaal

Slide 9 - Quiz

De Tweede kamer
- De tweede kamer maakt samen met de regering en Eerste kamer wetten: dit wordt 'medewetgeving genoemd'
Verder hebben zij de volgende rechten: 
- Stemrecht 
- Recht van amendement 
- Recht van initiatief (zelf wetsvoorstellen indienen) 
- Budget recht (Begrotingen van ministeries goedkeuren, verwerpen of wijzigen). 

Slide 10 - Diapositive

De rechten van de Tweede Kamer
- Recht van motie (motie van treurnis, motie van afkeuring en motie van wantrouwen)
- Vragenrecht 
- Recht van interpellatie (het aanvragen van een debat met een minister of staatssecretaris). 
- Recht van enquete 

Slide 11 - Diapositive

Waneer is de laatste keer dat een motie van wantrouwen tegen het kabinet is aangenomen door de tweede kamer?
A
2021
B
2018
C
1946
D
1939

Slide 12 - Quiz

Wat doet de Eerste Kamer?
A
Wetten maken waar de Tweede Kamer over stemt
B
Wetsvoorstellen aannemen of verwerpen
C
De regering adviseren over wetsvoorstellen
D
Wetsvoorstellen toetsen

Slide 13 - Quiz

Worden de leden van de Eerste Kamer direct gekozen?
Ja
Nee

Slide 14 - Sondage

Eerste kamer (senaat)
- 75 zetels = bewindslieden die indirect worden gekozen door de leden van de Provinciale Staten. 
- Ze mogen geen wetten maken of wijzigen (geen recht van initiatief en amendement). 
- Wel recht van interpellatie, vragenrecht en parlementaire commissie. 
- Recht van motie 

Slide 15 - Diapositive

Het parlement (leden van de eerste en tweede kamer) controleren de regering. Zijn ministers lid van het parlement?

Slide 16 - Question ouverte

Antwoord:
Nee, regering (ministers+ koning) regeert & parlement (leden van de Eerste en Tweede Kamer) controleert de regering 

Slide 17 - Diapositive

Wat betekent de trias politica (rechtsstaat) ook alweer?

Slide 18 - Carte mentale

Dualisme 
Tussen regering en parlement is een duidelijke taakverdeling die gebaseerd is op de trias politica (scheiding der machten) 

Slide 19 - Diapositive

Wie heeft zowel uitvoerende als wetgevende macht?
A
Het Parlement
B
De Eerste kamer
C
Ministers
D
De Koning

Slide 20 - Quiz