Les 16, klas 1 havo

• Nederlands
• Middelbare school
• havo
• Leerjaar 1

Welkom

• Telefoons in de tas.

• Jas uit.
  
• Pak je spullen.
  
• Tas op de grond.
• Hand opsteken = stil zijn!
  

Gedicht

voordragen

Regels

Tijdens de les:

• Een tegelijk aan het woord.
• Tijdens uitleg is de klas stil.
  
• Iets vragen? Steek je vinger op.
• Twee waarschuwingen, derde waarschuwing = strafwerk.
  
• Hand opsteken = stil zijn!
•  Op je plaats blijven zitten.
• Werkhouding telt mee op je rapport.
  

Wat gaan we vandaag doen?

• Proefwerk na de herfstvakantie.
• Nakijken: Hoofdstuk 2 Spelling, blz. 66

opdracht 1, 2 en 3

Proefwerk 21 oktober

Wat moet je kennen?

Hoofdstuk 1: blz. 24 t/m 37
Woordenschat
Grammatica
Formuleren
Spelling

Hoofdstuk 2: blz. 56 t/m 69

Woordenschat

Grammatica
Formuleren
Spelling

Goed leren:

Woordenschat: Theorie op blz. 24: woordraadstrategie: zoek een synoniem.

                            Theorie op blz. 56: zoek een omschrijving of definitie.

Grammatica:     Theorie op blz. 28: zinsdelen en de persoonsvorm.

                            Theorie op blz. 60: onderwerp van een zin.

                            Theorie op blz. 30: over zelfstandige naamwoorden en lidwoorden.

                            Theorie op blz. 62: bijvoeglijke naamwoorden.

Goed leren:

Formuleren:      Theorie op blz. 32: zinnen correct begrenzen.

                            Theorie op blz. 64: verwijzen naar de- en het-woorden.
Spelling:             Theorie op blz. 34: hoofdletters, leestekens en verkleinwoorden.
                            Theorie op blz. 66: spelling in het woordenboek.
                            Theorie op blz. 36: tegenwoordige tijd van de persoonsvorm.
                            Theorie op blz. 68: pvvt, zwakke werkwoorden.

Online oefenen

Extra opdrachten

Opdracht 1, blz. 66

1. applaudisseren

2. attractief

3. barbecue

4. collegiaal

5. consciëntieus (hardop uitspreken helpt)

6. eerste kerstdag (Kerstmis) Alleen de officiële naam schrijf je met een hoofdletter.

7. elektrisch

8. interview

9. onmiddellijk (middel + lijk)

10. stiekem

Nakijken

Hoofdstuk 2 Spelling, blz. 67
opdracht 2 en 3

Wachtwerk:
Spelling, blz. 67
opdracht 4, 5 en 6

Huiswerk

Hoofdstuk 2 Spelling, blz. 67

Maken: opdracht 4, 5 en 6