GT Schrijven in het Engels

Na deze les
Weet je weer  hoe je much / many  / a lot of of lots of moet gebruiken

Leer je hoe je een zakelijke brief of formele brief moet schrijven
1 / 24
suivant
Slide 1: Diapositive
EngelsPraktijkonderwijsLeerjaar 4

Cette leçon contient 24 diapositives, avec quiz interactifs, diapositives de texte et 1 vidéo.

Éléments de cette leçon

Na deze les
Weet je weer  hoe je much / many  / a lot of of lots of moet gebruiken

Leer je hoe je een zakelijke brief of formele brief moet schrijven

Slide 1 - Diapositive

Much/many 
much and many betekenen allebei 'veel' 
1. kun je het wel tellen?  - MANY
bijvoorbeeld kisses, tables, cookies

2. kun je het niet tellen - MUCH
bijvoorbeeld time, money, water 
many kisses much love

Slide 2 - Diapositive

A lot of / lots of 
Je gebruikt a lot of / lots of bij bevestigende zinnen

  • We have a lot of friends.
  • a lot of cars cars use the highway.
  • a lot of people are inside the building.
  • We have a lot of homework today.

Slide 3 - Diapositive

Much & Many 
Na woorden als  so, too, how  moet je, ook in bevestigende zinnen, much / many gebruiken 

It's a diploma which can open so many doors 

Slide 4 - Diapositive

MUCH   &    MANY    &    A LOT OF 

Twijfel je? Gebruik dan: a lot of

I have a lot of time to check the tests this week.

There are a lot of hours in a day.

Slide 5 - Diapositive

MUCH , MANY , A LOT OF  = VEEL  
Much > niet telbaar, geen meervoud van maken
           
Many > telbaar, je kunt er meervoud van maken

Lots of/ a lot of = telbaar en niet telbaar.
                              alleen bevestigende zinnen 
Uitzonderingen: na so, too en how  gebruik je ook  in  bevestigende zinnen much of many

Slide 6 - Diapositive

Zakelijke email-brief Engels

Slide 7 - Diapositive

Engelse brief

Slide 8 - Carte mentale

Slide 9 - Vidéo

Slide 10 - Diapositive

Slide 11 - Diapositive

Slide 12 - Diapositive

Slide 13 - Diapositive

Slide 14 - Diapositive

Slide 15 - Diapositive

Slide 16 - Diapositive

Slide 17 - Diapositive

Slide 18 - Diapositive

Wat de juiste aanhef?
A
Dear sir or madam,
B
Dear mister / mrs,
C
Dear Sir / Madam,
D
Hello Sir / Madam,

Slide 19 - Quiz

Wat is de goede volgorde van een afsluiting?
A
yours truly, handtekening, naam
B
yours truly, naam, handtekening
C
naam, handtekening, yours truly
D
naam, yours truly, handtekening

Slide 20 - Quiz

Hoe vertaal je "Nederland" onder je eigen adres?
A
Netherlands
B
The Netherlands
C
Holland
D
The Hollands

Slide 21 - Quiz

Waar begint een formele Engelse brief mee?
A
Je eigen adres
B
Adres ontvanger
C
De datum
D
De aanhef

Slide 22 - Quiz

Welke zin is fout in een formele brief?
A
I am 15 years old
B
I am a 15-year-old boy
C
I am fifteen years old
D
I'm a 15-year-old boy

Slide 23 - Quiz

Opdracht voor thuis

Schrijf een formele brief

(onderwerpen: stage, vakantieboeking, klacht, school)

Schrijf een persoonlijke brief

(eigen keuze)

Slide 24 - Diapositive