Cette leçon contient 31 diapositives, avec quiz interactifs et diapositives de texte.
Éléments de cette leçon
Het Britse Rijk
Historische Context 1
Slide 1 - Diapositive
Slide 2 - Diapositive
Leidende vraag
Op welke manieren ontwikkelden zich de Engelse kolonien in de Amerika's (1585 - 1833)
Slide 3 - Diapositive
Wat weet je nog van de Britse koloniën?
Slide 4 - Carte mentale
Waarom 1585 als startjaar voor HC Het Britse Rijk?
A
De Britten plantten toen hun vlag op Amerikaanse bodem
B
De Britten eisten Noord- Amerika op
C
Britten stichtten een kolonie in New England
D
Britten stichtten een kolonie op Roanoke Island
Slide 5 - Quiz
Wat was géén motief voor de Britse kolonisten om in de 17e eeuw naar Noord-Amerika te gaan?
A
Britten zochten een uitvalsbasis voor de oorlog met Spanje
B
Britse kolonisten wilden graag snel rijk worden
C
Britse kolonisten wilden wapens kopen van de indianen
D
Britse kolonisten wilden vrijheid van geloof
Slide 6 - Quiz
Wat is een vestigingskolonie?
A
Een kolonie waar men zich permanent vestigd
B
Een kolonie waar men forten bouwt ter verdediging
C
Een kolonie waarmee gehandeld mag worden
D
Een nederzetting die is omgebouwd tot vestiging
Slide 7 - Quiz
Welke stellingen zijn juist? 1. De Pilgrim Fathers vonden dat de Church of England te calvinistisch was. 2. De Royal African Company handelde o.a. in Afrikaanse slaven
A
Allebei juist
B
1 is juist, 2 is onjuist
C
1 is onjuist, 2 is juist
D
Allebei onjuist
Slide 8 - Quiz
De Royal African Company kreeg van Engeland de monopolie op welke handel?
A
Handel met India
B
Driehoekshandel
Slide 9 - Quiz
In welk jaar werd in het Britse Rijk de slavernij afgeschaft?
A
1807
B
1833
C
1863
D
1865
Slide 10 - Quiz
Geef twee redenen voor de grote sterfte onder indianen.
Slide 11 - Question ouverte
De koloniën in het Noorden waren gericht op....?
Slide 12 - Question ouverte
De koloniën in het Zuiden waren gericht op...?
Slide 13 - Question ouverte
Wat was GEEN plantagegewas uit Amerika?
A
katoen
B
tabak
C
suiker
D
rijst
Slide 14 - Quiz
Welke koloniën waren het meest winstgevend?
A
het Caraïbisch gebied
B
Virginia
C
New England
Slide 15 - Quiz
Met de driehoekshandel wordt bedoeld de handelsroute:
A
Afrika- Europa-Amerika
B
Afrika-Amerika-Azië
C
Europa-Afrika-Amerika
D
Europa-Azië-Amerika
Slide 16 - Quiz
Slide 17 - Diapositive
Wat weet je van Allahabad?
Slide 18 - Carte mentale
Wat past er niet bij het (Brits) India uit de 17e eeuw
A
Royal African Company
B
katoen en specerijen
C
East India Company
D
Onderdeel Mogolrijk
Slide 19 - Quiz
De East Indian Company moest rekening houden met de vorsten van...
A
het boeddhistische Mongoolse Rijk
B
het Islamitische Mogolrijk
C
het boeddhistische Mogolrijk
D
het Hindoestaanse Mogolrijk
Slide 20 - Quiz
Dat de Britten machtiger werden, bleek uit het feit dat zij...
A
vorsten mochten aanwijzen
B
belasting mochten betalen
C
belasting mochten innen
D
verdragen mochten sluiten
Slide 21 - Quiz
India kwam onder direct bestuur van de Britse regering in
A
1765
B
1776
C
1823
D
1857
Slide 22 - Quiz
Wat was geen gevolg voor India van de Britse overheersing
A
Ontstaan Westers onderwijs
B
Verbeterde infrastructuur
C
Ontstaan plantages
D
Bloei van de nijverheid
Slide 23 - Quiz
Slide 24 - Diapositive
Waar denk je aan bij industrialisatie?
Slide 25 - Carte mentale
Belangrijk voor de ontwikkeling van de Britse industrie was:
A
de Bloody Mary
B
de Virgin Queen
C
de Spinning Elly
D
de Spinning Jenny
Slide 26 - Quiz
Hoe speelden de koloniën een rol in de ontwikkeling van het thuisland?
Slide 27 - Question ouverte
Gevolgen van de Wereldeconomie en Industrialisatie voor de Britse economie zijn:
A
overgang van industr. kapitalisme naar handelskapitalisme
B
markt in GB werd gevoeliger voor ontwikkelingen elders
C
de overheid ging zich meer bemoeien met de economie
D
er ontstond een standensamenleving
Slide 28 - Quiz
welk kenmerkend aspect past bij het 'industrieel kapitalisme', de Industriële Revolutie die de basis...?
Slide 29 - Question ouverte
De rijke industriële ondernemers kregen meer politieke invloed dankzij...
A
de Factory Acts
B
de Bill of Rights
C
de Reformation Bill
D
de Reform Bill
Slide 30 - Quiz
Sleep de onderstaande onderdelen naar de juiste paragraaf. Let op! Er blijft er 1 over.