paragraaf 1 & 2

• Biologie
• Middelbare school
• vmbo t
• Leerjaar 1

                 Hoofdstuk 1 - Planten en dieren 

Wat gaan we vandaag doen? 

1. regels herhalen 

2. leerdoelen doorlezen

3. uitleg paragraaf 1 

4. zelfstandig aan de slag 

leerdoelen van paragraaf 1 

- Je kunt uitleggen wat een organisme is 

- Je kunt de zeven levenskenmerken benoemen/herkennen

- Je kunt weten of iets levend, dood, of levenloos is 

Wat zijn organismen? 

Organisme = een levend wezen 

voorbeelden van organismen: 

- planten 

- dieren 

- schimmels 

- bacterien 

levenskenmerken

1. ademhalen                          

2. voeden 

3. uitscheiden 

4. waarnemen 

5. bewegen 

6. voortplanten 

7. groeien 

levend, dood en levenloos 

levend = een organisme dat levenskenmerken vertoont 

dood = organisme die geen levenskenmerken meer vertoont

levenloos = iets wat nooit heeft geleefd

Planning 

1. basisstof 1 nakijken en kort herhalen 

2. leerdoelen basisstof 2 

3. uitleg basisstof 2 

4. opdrachten maken 

leerdoelen van paragraaf 2 

1. Je kunt uitleggen wat groei en ontwikkeling is 

2. Je kunt de onderdelen van een zaad noemen samen met hun functie 

3. Je kunt de levenscyclus van een zaadplant beschrijven 

Groei en ontwikkeling 

Groei = het groter en zwaarder worden van een organisme 

Ontwikkeling = verandering in de vorm van een organisme 

Levenscyclus = ontwikkeling van jong tot volwassenen organisme 

groei en ontwikkeling van zaadje 

Onderdelen van een zaad 

1. zaadhuid =  beschermend vliesje om het zaad 

2. navel =  de plaats waar een zaad vastzat aan de vrucht 

3. poortje =  opening in de zaadhuid voor wateropname 

4. kiem = het begin van een nieuw plant 

5. kieming = het uitgroeien van een kiem tot kiemplantje 

6. zaadlobben = de eerste blaadjes die boven de grond komen 

wat is een organisme?

1. een levend organisme
2. dode wezen
3. iets wat nooit heeft geleed
4. levenskenmerken

wat is een voorbeeld van een organisme?

1. water
2. steen
3. regen
4. hond

hoeveel levenskenmerken zijn er?

1. 5
2. 6
3. 8
4. 7

benoem hier twee levenskenmerken

wat betekend uitscheiden?

1. een stof dat het lichaam verlaat
2. eten
3. bewegen
4. groeien

als iets nooit levenskenmerken heeft vertoont, spreken we dan van dood of levenloos?

1. dood
2. levenloos

Als iets levenskenmerken vertoont, spreken we dan van levend of dood

1. levend
2. dood

Is het krijgen van bladeren/bloemen een groei of ontwikkeling?

1. groei
2. ontwikkeling

Zorgt het poortje van wateropname?

1. Ja
2. Nee

Welke onderdelen komen als eerst boden de grond?

1. navel
2. zaadhuid
3. zaadlobben
4. poortje

wat is een levenscyclus?

1. ontwikkeling van jong tot volwassenen dat altijd doorloopt
2. groei en ontwikkeling