1h5 11/5 chapitre 5 bron H herhaling

le jeudi 30 mai 2023 - 
C
1 / 32
suivant
Slide 1: Diapositive
FransMiddelbare schoolhavoLeerjaar 1

Cette leçon contient 32 diapositives, avec quiz interactifs et diapositives de texte.

time-iconLa durée de la leçon est: 60 min

Éléments de cette leçon

le jeudi 30 mai 2023 - 
C

Slide 1 - Diapositive

Le planning
Deze les
-  bijvoeglijk naamwoord (herhaling)
- schrijven

Lesdoel: ik weet wat een bijvoeglijk naamwoord in het Frans is en hoe ik deze moet aanpassen aan de vorm.


I




Chapitre 5 is boek B

Slide 2 - Diapositive

Ff checken...
 het bijvoeglijk naamwoord

Hoe zat het ook alweer?
+ quizvragen

Slide 3 - Diapositive

Slide 4 - Diapositive

Slide 5 - Diapositive

Slide 6 - Diapositive

Slide 7 - Diapositive

Slide 8 - Diapositive

Slide 9 - Diapositive

Slide 10 - Diapositive

Slide 11 - Diapositive

Slide 12 - Diapositive



La ceinture est (blauw)
A
bleu
B
bleus
C
bleue
D
bleues

Slide 13 - Quiz



Les voitures (v) sont (groen).
A
vertes
B
verte
C
vert
D
verts

Slide 14 - Quiz

Slide 15 - Diapositive



L'actrice est (mooi).
A
beaux
B
belles
C
belle
D
beau

Slide 16 - Quiz



Les sacs (m) sont (nieuw).
A
nouveau
B
nouvelles
C
nouvelle
D
nouveaux

Slide 17 - Quiz



Mon grand-père est (oud).
A
vieux
B
vieille
C
vieilles
D
vieu

Slide 18 - Quiz

En nu... regelmatig en onregelmatig door elkaar

Test jezelf!

Slide 19 - Diapositive



Les chats (m) sont (rood).
A
rouge
B
rouges
C
rougee
D
rougees

Slide 20 - Quiz



Olivier et Marc sont (frans).
A
français
B
française
C
françaiss
D
françaises

Slide 21 - Quiz

Les maisons sont... (nieuw).

Tip: denk voor de eigenschappen aan enkelvoudsvorm: is het LE of LA maison?
A
nouveau
B
nouvelle
C
nouveaux
D
nouvelles

Slide 22 - Quiz



Sophie est (verdrietig).
A
tristée
B
tristes
C
tristées
D
triste

Slide 23 - Quiz

Vul het bijvoeglijk naamwoord in:
(noir) La jupe est ...........

Slide 24 - Question ouverte

Vul het bijvoeglijk naamwoord in:
(groen) La maison ...........

Slide 25 - Question ouverte

Vul het bijvoeglijk naamwoord in:
(nieuw) Une ....... voiture

Slide 26 - Question ouverte

Vertaal het bijvoeglijk naamwoord.

aardig

Slide 27 - Question ouverte

Wat is de juiste vorm van het bijvoeglijk naamwoord?
Pauline est ... (triste)

Slide 28 - Question ouverte

stap 4. Au travail !

1. Fais ex. 32a. 34 + Slim stampen bron H minstens 70%
2. Apprends voca H



Slide 29 - Diapositive

Check lesdoelen

Slide 30 - Diapositive



Ik weet wat het bijvoeglijk naamwoord
is in het Nederlands en in het Frans.
A
Oui
B
Non
C
Un peu

Slide 31 - Quiz


Ik weet hoe ik het bijvoeglijk naamwoord moet aanpassen naar het zelfstandig naamwoord in het Frans.

A
Oui
B
Non
C
Un peu

Slide 32 - Quiz