Voorzetsels van beweging

Voorzetsels van beweging
Voorzetsel van beweging geven aan in welke richting iets of iemand zich beweegt. Deze voorzetsels moet je uit je hoofd leren en toepassen.
1 / 12
suivant
Slide 1: Diapositive
EngelsMiddelbare schoolvmbo lwooLeerjaar 3

Cette leçon contient 12 diapositives, avec quiz interactifs et diapositives de texte.

time-iconLa durée de la leçon est: 15 min

Éléments de cette leçon

Voorzetsels van beweging
Voorzetsel van beweging geven aan in welke richting iets of iemand zich beweegt. Deze voorzetsels moet je uit je hoofd leren en toepassen.

Slide 1 - Diapositive

Welke 18 voorzetsels van beweging zijn er?

Slide 2 - Carte mentale

Oefening
Bij de volgende oefening kies je telkens het juiste voorzetsel van beweging. Vergeet niet naar het plaatje te kijken.

Slide 3 - Diapositive

You can go _____ the road here.
A
up
B
across
C
through
D
out of

Slide 4 - Quiz

The arrow goes _____ the circle.
A
into
B
round
C
past
D
through

Slide 5 - Quiz

He climbed _____ the ladder.
A
up
B
under
C
past
D
towards

Slide 6 - Quiz

The woman walks _____ the house.
A
round
B
onto
C
into
D
under

Slide 7 - Quiz

The fish is jumping _____ the water.
A
up
B
through
C
over
D
out of

Slide 8 - Quiz

We are driving _____ the sea.
A
over
B
towards
C
out of
D
up

Slide 9 - Quiz

He is falling _____ the block of flats.
A
towards
B
off
C
to
D
round

Slide 10 - Quiz

The plane if flying _____ the clouds.
A
under
B
over
C
into
D
across

Slide 11 - Quiz

Are you _____ Canada?

A
to
B
towards
C
across
D
from

Slide 12 - Quiz