Adjectives & Adverbs

• Engels
• Middelbare school
• havo, vwo
• Leerjaar 2

Adjectives & Adverbs

Bijwoorden op -ly

Een bijwoord (adverb) geef meer informatie over het hoe: hoe iets gebeurt of bijvoorbeeld hoe oud iets is.

• She sings beautifully.
• This castle is incredibly old.
• De vorm van het bijwoord is vaak bijvoeglijk naamwoord + -ly
• Er zijn ook onregelmatige bijwoorden.

Regelmatig

bad

slow

usual

real

week

Regelmatig

badly

slowly

usually

really

weekly

Onregelmatig

good

fast

hard

daily

friendly

Onregelmatig

well

fast

hard (=hard)

hardly (=nauwelijks)

daily

in a friendly manner/way

Spelling

• medeklinker + y = ily
• le = ly
• ic = ically
• ue = uly
• ll = lly

funny = funnily

gentle = gently

automatic = automatically

true = truly

full = fully

Bijwoorden

Staan in het algemeen voor het woord waarover het iets zegt.

• Voor een bijvoeglijk naamwoord of een ander bijwoord.
• You're going to become extremely popular.
• She works really seriously on the journal.

Bijwoorden

• Voor het hoofdwerkwoord.
• She regularly asks me to write for her website.
• He quickly grabbed the snake.

Bijwoorden

• Aan het einde van de zin voor meer nadruk.
• He grabbed the snake quickly.
• She takes everything so seriously.

Bijvoegelijk naamwoord

Zegt iets over een zelfstandig naamwoord. Je geeft aan wat dat zelfstandig naamwoord is, bijvoorbeeld snel of mooi.

Voorbeeld

She is wearing a beautiful dress.

Let op!

Bij deze werkwoorden moet je een bijvoeglijk naamwoord gebruiken:

be, taste, smell, look, sound en feel

I feel good - I feel goodly.

Bijwoord

Vorm: bijvoeglijk naamwoord + -ly

• Geeft meer informatie over het hoe: hoe iets gebeurt of hoe oud iets is.

• voor een bijvoeglijk naamwoord of ander bijwoord
• voor het hoofdwerkwoord
• aan het einde van de zin voor nadruk.

Bijvoeglijk naamwoord

Vorm: bijvoeglijk naamwoord

• Zegt wat over een zelfstandig naamwoord. Geeft aan: snel, mooi

Adjectives and adverbs
She skates ....

1. fastly
2. fast

Adjectives and adverbs
The garden is .....

1. beautifully
2. beautiful

Adjectives and adverbs
It tastes ....

1. good
2. well

Adjectives and adverbs
She dances ......

1. wonderful
2. wonderfully

Adjective or adverb?
Thanks, dinner tasted ____(wonderful).

Adjective or adverb?
My mom is a__________ driver. (careful)

Adjective or adverb?
You can__________ open this tin. (easy)

Adjective or adverb?
My mom drives__________ . (careful)

Adjective or Adverb?
"He ... accepted the offer." (happy)