H3 TV

• Nederlands
• Middelbare school
• vmbo b
• Leerjaar 2

Goedemorgen!

• Telefoon in de bak
• Jas op de gang
• Nieuw Nederlands, leesboek en pen op tafel

Lezen 

Wat gaan we doen?

• Lesdoel  Taalverzorging Hoofdstuk 3
  Lidwoorden en zelfstandige naamwoorden
• Maken opdrachten H3
  
• Evaluatie les
  
• Afsluiten

Lesdoelen hoofdstuk 3 Woordenschat

Ik  kan lidwoorden herkennen.

Ik kan zelfstandige naamwoorden herkennen.

Aan de slag...

Kopie lidwoorden / zelfstandige naamwoorden

Kies van elke opdracht... zinnen 

Daarna... kijk elkaars antwoorden na en bespreek dit met elkaar.

Een zin kun je verdelen in losse woorden.

Die woorden kun je allemaal een naam geven.

Sommigen krijgen dezelfde naam.

Dit heet een woordsoort.

Aan de slag...

Kopie lidwoorden / zelfstandige naamwoorden

Kies van elke opdracht... zinnen 

Daarna... kijk elkaars antwoorden na en bespreek dit met elkaar.

Woordsoorten:

 - Werkwoorden

 - Zelfstandige naamwoorden

 - Lidwoorden

Aan de slag...

Kopie lidwoorden / zelfstandige naamwoorden

Kies van elke opdracht... zinnen 

Daarna... kijk elkaars antwoorden na en bespreek dit met elkaar.

Lidwoord: ( LW)

de, het, een

Een lidwoord (LW) staat altijd vóór een zelfstandig naamwoord.

Aan de slag...

Kopie lidwoorden / zelfstandige naamwoorden

Kies van elke opdracht... zinnen 

Daarna... kijk elkaars antwoorden na en bespreek dit met elkaar.

Woordsoorten:

 Zelfstandige naamwoorden:

Mensen, dieren, dingen, planten, eigennamen.

1. Meestal kun je een zelfstandig naamwoord in het meervoud zetten: tas - tassen

2. Je kunt er vaak een verkleinwoord van maken:

 snoep - snoepje

3. Meestal kun je voor het zelfstandig naamwoord de, het of een zetten: de hond, het huis, een vlieger.

Zelfstandig werken

Maken opdracht  1 t/m 7   vanaf bladzijde 111

Ben je klaar? Vraag een nakijkboekje. 

 Daarna: NUMO - Taken - lidwoord en zelfstandig naamwoord

Heb je een vraag? Steek je vinger op.

Evaluatie

• Wat heb je geleerd deze les?
• Wat ging er goed?
• Wat kan beter?

Tot de volgende les!

Evaluatie

• Wat heb je geleerd deze les?
• Wat ging er goed?
• Wat kan beter?

Tot de volgende les!