Recht 2

1 / 21
suivant
Slide 1: Diapositive
Sociale wetenschappenSecundair onderwijs

Cette leçon contient 21 diapositives, avec quiz interactifs, diapositives de texte et 2 vidéos.

time-iconLa durée de la leçon est: 50 min

Éléments de cette leçon

Slide 1 - Diapositive

Op het programma
  1. Herhaling vorige les 
  2. Wat zijn normen? 
  3. Informele vs formele normen 
  4. Kenmerken normen
  5. Filmpje

Slide 2 - Diapositive

Wat hoort niet bij de definitie van waarden?
A
Nastreven
B
Regel
C
Overtuiging
D
Idealen

Slide 3 - Quiz

Wat is geen kenmerk van waarden?
A
Universeel
B
Abstract
C
Belangrijk
D
Nastreefbaar

Slide 4 - Quiz

Wat is de correcte definitie van een waardenconflict
A
situaties waarbij een ander zijn visie in conflict komt met het handelen van de ander
B
situaties waarbij een eigen visie in conflict komt met het handelen van zichzelf
C
situaties waarbij je eigen visie in conflict komt met de visie of gedrag van een ander
D
Een conflict waarbij de ene waarde meer betekenis heeft dan de andere waarde

Slide 5 - Quiz

Wat is de relatie tussen waarden en culturele/maatschappelijke veranderingen?

Slide 6 - Question ouverte

Als de kassière je teveel geld teruggeeft, dan zeg je dat en geef je dat weer terug.

Slide 7 - Question ouverte

Als iemand, een meerdere bijvoorbeeld, je opdraagt wat te doen, dan doe je dat.

Slide 8 - Question ouverte

Als een oudere valt, help je hem of haar overeind.

Slide 9 - Question ouverte

Wat zijn normen? 

Slide 10 - Diapositive

Normen = richtlijnen die aanzetten tot een bepaalde gedragswijze. Normen regelen ons dagelijks handelen.
- denk terug aan vorige les
P. 4

Slide 11 - Diapositive

1

2

Iemand een gelukkige verjaardag wensen 
Stoppen bij een stoplicht
Niet roken in de trein
Niet met je handen in je bord zitten
Je vrienden begroeten met een kus/hand
Het dragen van een mondmasker in de winkel

Slide 12 - Question de remorquage

Formele vs informele normen 
Formele normen = regels die vastgelegd werden in wetten en besluiten. Ze zijn verbonden met sancties 

Informele normen = regels die niet expliciet zijn vastgelegd. Het zijn ongeschreven afspraken. Vaak gaat het over dagelijkse gewoonten, die wij als normaal beschouwen. Geen sancties wel laten andere mensen een vorm van afkeuring blijken.


P4

Slide 13 - Diapositive


A
Informeel
B
Formeel

Slide 14 - Quiz


A
Informeel
B
Formeel

Slide 15 - Quiz

Formele norm 
Informele norm
Stoppen bij een stoplicht 
Trakteren als je jarig bent
Hand opsteken wanneer je iets wil zeggen
Niet vloeken 
De ander laten uitpraten
Gaan zitten wanneer de leerkracht dit zegt
Geen korte rok dragen op school 
Geen drugs gebruiken 
Mondmasker dragen 
Afmelden indien je ziek bent
Op het fietspad fietsen

Slide 16 - Question de remorquage

Denkoefening 
Bedenk zelf 3 formele en 3 informele normen die op school gelden 
- Tip voor de formele normen (zie schoolreglement) 


timer
6:00000

Slide 17 - Diapositive

Kenmerken normen  
  • Uit 1 waarden kunnen meerdere normen worden afgeleid
  • Uit 1 waarden kunnen meerdere normen worden afgeleid, deze kunnen met elkaar botsen
  • Als een norm gerechtvaardigd moet worden dan wordt er beroep gedaan op 1 of meerdere waarden
  • Om de samenleving vlot te laten functioneren worden normen (vaak formele normen) uitgedrukt in het recht 
  • Normen bieden houvast en zorgen ervoor dat gedrag voorspelbaar wordt, ze worden overgebracht via socialisatie 

Slide 18 - Diapositive

Normen

Waarden

Gehoorzaamheid
Eerlijkheid
Rechtvaardigheid
Behulpzaamheid
Gelijkheid
Vinger opsteken 
Stoppen bij stoplicht
Plaats afstaan aan zwangere vrouw
Niet roken op de trein
Geen illegale drugs op de openbare weg gebruiken

Slide 19 - Question de remorquage

Slide 20 - Vidéo

Slide 21 - Vidéo