Th1: B3 Cellen van planten en dieren

thema 1, basisstof 3
Cellen van dieren en planten
1 / 23
suivant
Slide 1: Diapositive
BiologieMiddelbare schoolvmbo, mavoLeerjaar 3

Cette leçon contient 23 diapositives, avec quiz interactifs, diapositives de texte et 1 vidéo.

time-iconLa durée de la leçon est: 30 min

Éléments de cette leçon

thema 1, basisstof 3
Cellen van dieren en planten

Slide 1 - Diapositive

Wat weet je nog van basisstof 2?
Je kunt de organisatieniveaus binnen een organisme benoemen en beschrijven.

Slide 2 - Diapositive

Wat is waar?
A
Organen bestaan uit cellen
B
Cellen zijn groot
C
Cellen zijn organen
D
De longen zijn cellen

Slide 3 - Quiz

van groot naar klein...
A
Cellen, weefsels, organen, orgaanstelsels, organismen
B
orgaanstelsels, organismen, organen, weefsels, cellen
C
weefsels, cellen, organen, orgaanstelsels
D
organisme, orgaanstelsels, organen, weefsels, cellen

Slide 4 - Quiz

De wortel van een plant is een...
A
Weefsel
B
Cel
C
Orgaan
D
Orgaanstelsel

Slide 5 - Quiz

Dit weefsel is afkomstig uit het
A
bottenstelsel
B
spierstelsel
C
zenuwstelsel

Slide 6 - Quiz

Dit is een afbeelding van...
A
Kraakbeenweefsel
B
Botweefsel
C
Zenuwweefsel
D
Spierweefsel

Slide 7 - Quiz

leerdoelen basisstof 3

Je kunt delen benoemen van dierlijke en plantaardige cellen met hun kenmerken en functies.

Je kent de verschillen tussen dierlijke en plantaardige cellen.

Slide 8 - Diapositive

Dierlijke cel

Slide 9 - Diapositive

Plantaardige cel

Slide 10 - Diapositive

Elk celorganel heeft zijn eigen functie
Celwand: Beschermen van de cel en geeft stevigheid
Celmembraan: Het wel of niet doorlaten van de stoffen
Celkern: Regelt alles wat er in een cel gebeurt.
Vacuole: zorgt voor stevigheid
Bladgroenkorrel: Zorgt voor energierijke stoffen (fotosynthese)
Cytoplasma: Stroperige vloeistof 

Slide 11 - Diapositive

Plastiden

Slide 12 - Diapositive

OVEREENKOMSTEN


Cytoplasma

Celmembraan

Celkern

(kernmembraan)



VERSCHILLEN


Vacuole

Celwand

Bladgroenkorrels/Plastiden

Slide 13 - Diapositive

Welke onderdelen van de plantencel worden hier aangegeven? 
Celwand
Celkern
Bladgroenkorrel
Cytoplasma
Vacuole

Slide 14 - Question de remorquage

Sleep de naam naar de juiste afbeelding
Alleen Plantencel
Planten- en dierlijke cel
Celkern
celmembraan
Plastide
Celwand
Cytoplasma
Vacuole
Kernmembraan

Slide 15 - Question de remorquage

Zijn in cel A plastiden aanwezig?
En zijn in cel B plastiden aanwezig?
A
je, in beide cellen
B
alleen in cel A zijn plastiden aanwezig
C
alleen in cel B zijn plastiden aanwezig
D
nee, in cel A en B zijn beide geen plastiden aanwezig

Slide 16 - Quiz

Als een tomaat rijpt gebeurt er iets met de kleur, hij gaat namelijk van een groene naar een rode kleur.
Een type plastide verandert in een andere type plastide.

Welk type plastide veranderde in welk andere?
A
Van zetmeelkorrel naar kleurstofkorrel
B
Van kleurstofkorrel naar bladgroenkorrel
C
Van bladgroenkorrel naar kleurstofkorrel
D
Van bladgroenkorrel naar zetmeelkorrel

Slide 17 - Quiz

Welke cel heeft een celmembraan?
A
Plantaardige cel
B
Dierlijke cel
C
Plantaardige en dierlijke cellen
D
Geen van beiden

Slide 18 - Quiz

Welke cel heeft een celkern?
A
Plantaardige cel
B
Dierlijke cel
C
Plantaardige en dierlijke cel
D
Geen van beiden

Slide 19 - Quiz

De drie typen plastiden zijn:
A
bladgroen-, zetmeel- en waterpestkorrels
B
zetmeel-, waterpest- en kleurstofkorrels
C
kleurstof-, paprika- en zetmeelkorrels
D
kleurstof-, bladgroen- en zetmeelkorrels

Slide 20 - Quiz

Wat vind je nog moeilijk aan dit onderwerp?

Slide 21 - Question ouverte

En dan nu.....
maken opdracht 1 t/m 7  
(blz. 21 en verder)
Wil je nog wat uitleg, kijk dan ook eens naar het filmpje op de volgende slide.

Slide 22 - Diapositive

Slide 23 - Vidéo