H21 Vermogensmarkt 21.1 t/m 21.6

Vermogensmarkt H21
Vermogensmarkt
1 / 46
suivant
Slide 1: Diapositive
BedrijfseconomieMiddelbare schoolhavo, vwoLeerjaar 4-6

Cette leçon contient 46 diapositives, avec quiz interactifs, diapositives de texte et 2 vidéos.

Éléments de cette leçon

Vermogensmarkt H21
Vermogensmarkt

Slide 1 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Wat gaan we doen?
  • Uitleg vermogensmarkt
  • Samen uitwerken opgave 19.8
  • Onderwerpen voor herhalen inventariseren

Lesdoelen: 
Je kunt verschil tussen geldmarkt en kapitaalmarkt uitleggen
Je kunt de verschillende vragers en aanbieder op de vermogensmarkt noemen. 

Slide 2 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Slide 3 - Lien

Cet élément n'a pas d'instructions

Zet in volgorde van hoog risico naar laag risico:
a) aandeel in obligatielening, b) geld op spaarrekening, c) beleggen in crypto, d) salaris op rood in casino, e) aandeel in beleggingsportefeuille, f) aandelen op AEX kopen g) investeren in een start up.

Slide 4 - Question ouverte

Cet élément n'a pas d'instructions

Mensen die een hypotheeklening afsluiten zijn:
A
vragers op de vermogensmarkt
B
aanbieders op de vermogensmarkt

Slide 5 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

Wat betekent het als een onderneming investeert?

A
Als de onderneming belegt in aandelen of obligaties.
B
Als de onderneming kapitaalgoederen aanschaft.
C
Beiden zijn goed
D
Beiden zijn fout

Slide 6 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

Duncan en Emma wonen samen. In de maand januari doet zich het volgende financiële feit voor:

Ze verhogen de hypothecaire lening om een nieuwe keuken te kunnen kopen.
Duncan en Emma zijn:...
A
aanbieder op de vermogensmarkt
B
vrager op de geldmarkt
C
vrager op de kapitaalmarkt
D
geen vrager en geen aanbieder op de geldmarkt

Slide 7 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

Duncan en Emma wonen samen. In de maand januari doet zich het volgende financiële feit voor:

Ze kopen voor € 4.000 aandelen ING Bank.

Duncan en Emma zijn
A
aanbieder op de vermogensmarkt
B
vrager op de geldmarkt
C
vrager op de kapitaalmarkt
D
geen vrager en geen aanbieder op de geldmarkt

Slide 8 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

Duncan en Emma wonen samen. In de maand januari doet zich het volgende financiële feit voor:

Ze betalen de autoverzekering voor het komende kwartaal vooruit.

Duncan en Emma zijn:
A
aanbieder op de vermogensmarkt
B
vrager op de geldmarkt
C
vrager op de kapitaalmarkt
D
geen vrager en geen aanbieder op de geldmarkt

Slide 9 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

Duncan en Emma wonen samen. In de maand januari doet zich het volgende financiële feit voor:

Ze staan aan het eind van de maand voor € 200 rood op hun betaalrekening.

Duncan en Emma zijn
A
aanbieder op de vermogensmarkt
B
vrager op de geldmarkt
C
vrager op de kapitaalmarkt
D
geen vrager en geen aanbieder op de geldmarkt

Slide 10 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

Onderhandse lening
Obligatie lening
Een geldgever
Veel geldgevers
Onderhandelen
Lagere kosten
Geen contact
Eenvoudig
Lening kan verkocht worden
Koerswinst mogelijk

Slide 11 - Question de remorquage

Cet élément n'a pas d'instructions

Een onderneming koopt aandelen van een andere NV. Is dit investeren of beleggen? leg uit

Slide 12 - Question ouverte

Cet élément n'a pas d'instructions

Welke onderwerpen wil je graag herhalen?

Slide 13 - Question ouverte

Cet élément n'a pas d'instructions

§4 De Amsterdamse
      effectenbeurs 

Slide 14 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Slide 15 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Slide 16 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Slide 17 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Slide 18 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Slide 19 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Slide 20 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Slide 21 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Slide 22 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Slide 23 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Slide 24 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Slide 25 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Slide 26 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Slide 27 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Slide 28 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Slide 29 - Vidéo

Cet élément n'a pas d'instructions

Slide 30 - Lien

Cet élément n'a pas d'instructions

Schrijf drie dingen op die je in deze les hebt geleerd.

Slide 31 - Question ouverte

Cet élément n'a pas d'instructions

Stel één vraag over iets dat je nog niet zo goed hebt begrepen.

Slide 32 - Question ouverte

Cet élément n'a pas d'instructions

Huiswerk
Bestuderen hoofdstuk 21
Maken opgaven 21.1 t/m 21.4

Slide 33 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Amsterdamse Effectenbeurs

Slide 34 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Deze les en volgende
  • Theorie 21.4: de Amsterdamse Effectenbeurs
  • Toets nabespreken
  • Zelf werken en vragen formuleren volgende les
  • Samen H18, H19 en H21 doornemen

Volgende les: vragen behandelen gezamenlijk of zelf werken

Slide 35 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

waardepapieren

Slide 36 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

De Beurs

Slide 37 - Diapositive

Wat is de bekendste beurs? Wall street, ofwel New York Stock exchange
Toegang via banken

Slide 38 - Vidéo

Cet élément n'a pas d'instructions

Order plaatsen: limiet of market order

Slide 39 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Slide 40 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Beursklimaat

Slide 41 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Beursklimaat beïnvloed door externe factoren

Slide 42 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Beursklimaat: goede tijden, slechte tijden
Bullmarket
Bearmarket

Slide 43 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Slide 44 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

AEX: gewogen gemiddelde 25 grootste NV's

Slide 45 - Diapositive

Vraag: waar komt die dip vandaan?
AEX is de graadmeter van de Amsterdamse effecten beurs. 
Start dus 100 is op 3 januari 1983.
(Dow Jones NYSE). Het is een gewogen gemiddelde van de waarde van aandelen van de 25 bedrijven met de meeste aandelen in Nederland


Slide 46 - Diapositive

Vraag: waar komt die dip vandaan?
AEX is de graadmeter van de Amsterdamse effecten beurs. 
Start dus 100 is op 3 januari 1983.
(Dow Jones NYSE). Het is een gewogen gemiddelde van de waarde van aandelen van de 25 bedrijven met de meeste aandelen in Nederland