introductieles

1 / 34
suivant
Slide 1: Diapositive
EconomieMiddelbare schoolvmbo kLeerjaar 2

Cette leçon contient 34 diapositives, avec quiz interactifs, diapositives de texte et 3 vidéos.

Éléments de cette leçon

Slide 1 - Diapositive

Slide 2 - Diapositive

Welke spullen heb je nodig?
* boek: Pincode (digitaal wordt aan gewerkt..)
* lijntjeschrift
* twee verschillende kleuren pennen
* rekenmachine

Slide 3 - Diapositive

Wat gaan we doen?
1.  Toets hoofdstuk 1
2. Toets hoofdstuk 2 
3. Toets hoofdstuk  3 + 4
4. Toets hoofdstuk  5 + 6
5. Cijfer praktische opdracht (niet herkansbaar)

Slide 4 - Diapositive

Probeer eens...
1. Petra heeft € 200 op haar spaarrekening staan. Van dat geld wil ze 24% besteden aan een avondje uit. Hoeveel euro wil Petra besteden aan een avondje uit?

2. Het Nederstein College is een school met 1200 leerlingen. Van deze leerlingen volgen 635 leerlingen de vmbo opleiding.
Hoeveel procent van de leerlingen volgt de vmbo opleiding?


Klaar: lezen bladzijde 8 en 9 (totaan het groene blok)

Slide 5 - Diapositive

Programma
* deel 2 van de kennismaking
* bespreking procentensommen (start van de les en huiswerk)
* uitleg procentensommen (0.2 )
* M&M's rekenopdracht!


Slide 6 - Diapositive

Rekenen met M&M's!

Slide 7 - Diapositive

Bereken:
1. Hoeveel procent van de M&M's oranje is (samen)
2. Hoeveel procent van de M&M's geel is (verhoudingstabel)
3. Hoeveel procent van de M&M's groen is (formule)
4. Hoeveel procent van de M&M's bruin + blauw is (verhoudingstabel)
5. Hoeveel procent van de M&M's  paars is (formule)
6. Hoeveel procent van de M&M's rood is (eigen keuze)
Rond juist af op 1 decimaal!


Slide 8 - Diapositive

Weten we het nog?
Wie kan mij helpen bij het oplossen van het volgende:

Hoeveel procent van de aanwezige klasgenoten heeft een Iphone?


Slide 9 - Diapositive

Startopdracht
1. Dit jaar zitten er op het Nederstein College 1240 leerlingen. Vorig jaar waren dat er nog 1075. Met hoeveel procent is het leerlingen aantal gestegen?

2. Tom geeft € 8,00 uit aan snoep en snacks.
Dat is 40,5 % van zijn inkomen. Hoe groot is zijn inkomen?



timer
3:00

Slide 10 - Diapositive

Programma 30/08
* bespreking startopdracht
* Check in duo's 0.1 en 0.2
* antwoorden checken
* werken aan het huiswerk

Nieuw huiswerk: 
maken van par. 0.3 en par. 0.4: 
alle ONeven opdrachten. Geef berekening en antwoord en rond af op 1 decimaal achter de komma.







Slide 11 - Diapositive

Programma 28/08

* Check in duo's het huiswerk
* werken aan 3+ 4 op blz. 17 en opdr. 2 van blz. 1. Dit moet deze les af zijn.

Huiswerk: zie weekplanner.
Maken blz. 10 t/m 19 en leren blz. 26 (begrippen 1.1. en 1.2)
Graag bespreek ik met jullie hoe je het beste hier mee om kunt gaan.









Slide 12 - Diapositive

Programma 02/09  (3 R)
* Uitleg 0.6
* Nakijken 0.1 t/m 0.4 (Studiewijzer in Magister)

* werken aan het huiswerk: 
Lezen opdracht 1 en 2 op blz. 17 en maken opdracht 3 + 4 van blz. 17
Maken opdracht 2,5,6,8 op blz. 19

Slide 13 - Diapositive

0.6 
Proberen:

Een pakket boodschappen kost bij de Jumbo € 58.
Hetzelfde boodschappenpakket kost bij de Albert Heijn € 64,32.

Hoeveel procent is Albert Heijn duurder dan Jumbo?


Slide 14 - Diapositive

Check in duo's 
stap 1:  antwoorden vergelijken
stap 2:  a. zelfde antwoord? Ga door naar de volgende opdracht.
                b. verschil? Ga samen na wat het goede antwoord moet                  zijn. Wat ging er niet goed? (pas op; hier wordt geleerd!)
Vul aan/verbeter met een andere kleur!
Herhaal deze stappen totdat alle huiswerkopdrachten zijn besproken.

Slide 15 - Diapositive

0

Slide 16 - Vidéo

Leerdoelen
In deze les leer je wat economie is:
 
  • je kunt uitleggen wat het verschil is tussen basisbehoeften en overige behoeften
  • je kunt een geldbedrag op de juiste manier noteren
  • je kent het verschil tussen consumeren en zelfvoorziening
  • je kunt een gemiddelde berekenen

Slide 17 - Diapositive

Noem een ander voorbeeld dan genoemd in de video van primaire behoeften en secundaire behoeften.

Slide 18 - Question ouverte

PRIMAIR
SECUNDAIR
Plaats de behoeften in de bijbehorende vakken.
Primaire behoeften
Secundaire behoeften
Medicijnen
Vitaminepillen
Benzine
Smartphone
Televisie
Bed
Groente en fruit
Auto
Beroepsopleiding

Slide 19 - Question de remorquage

Behoeften verschillen door:
  • budget (hoeveel heb je te besteden)
  • leeftijd
  • geslacht
  • de invloed van vrienden en klasgenoten
  • de invloed van familie
  • de invloed van reclame

Slide 20 - Diapositive

Middelen
Om in je behoeften te voorzien heb je middelen nodig zoals tijd en geld

Deze middelen zijn beperkt, dat noem je schaarste.

Slide 21 - Diapositive

Goederen
Tastbare producten waarmee je in je behoefte kunt voorzien.

Tastbaar =  alles wat je vast kunt pakken/aan kunt raken

Slide 22 - Diapositive

Diensten
Activiteiten waarmee je in iemands behoeften voorziet, zoals bediening in een restaurant of het knippen van iemands haar.

Let op: geen "vriendendienst"

Slide 23 - Diapositive

Prioriteiten
Je kunt niet in al je behoeften voorzien doordat middelen schaars zijn. Je moet keuzes maken.

Bepalen wat je het belangrijkste vindt, noem je prioriteiten stellen.

Slide 24 - Diapositive

Wat heb je geleerd?

Slide 25 - Diapositive

Primaire behoeften zijn ...
A
de noodzakelijke behoeften.
B
de luxe behoeften.

Slide 26 - Quiz

Het hebben van een fiets is een ...
A
primaire behoefte.
B
secundaire behoefte

Slide 27 - Quiz

voorbeeld secundaire behoeften

Slide 28 - Carte mentale

Basisbehoeften
Overige behoeften

Slide 29 - Question de remorquage

'Prioriteiten stellen' betekent...
A
kiezen wat je het leukst vindt
B
kiezen wat je het meest belangrijk vindt
C
kiezen wat je het lekkerst vindt
D
kiezen wat je het minst leuk vindt

Slide 30 - Quiz

Vind je de lesstof nog lastig? Bekijk dan de extra uitleg in de volgende video's.

Slide 31 - Diapositive

Slide 32 - Vidéo

Slide 33 - Vidéo



Het vak economie gaat over de behoeften die mensen hebben en de keuzes die zij maken om in hun behoeften te voorzien. 

Slide 34 - Diapositive