Burgerschap geld

Burgerschap Thema Geld
Les 1, 2 en 3
1 / 15
suivant
Slide 1: Diapositive
BurgerschapMBOStudiejaar 1

Cette leçon contient 15 diapositives, avec quiz interactifs et diapositives de texte.

time-iconLa durée de la leçon est: 60 min

Éléments de cette leçon

Burgerschap Thema Geld
Les 1, 2 en 3

Slide 1 - Diapositive

Terugblik les 1 en 2
In les 1 spraken we over keuzes maken, een budgetplan en dat je kunt sparen voor bepaalde uitgaven. 

In les 1 hebben we het gehad over lenen, rente en schuld.

Slide 2 - Diapositive

Schrijf in eigen woorden wat lenen betekent.

Slide 3 - Question ouverte

Schrijf in eigen woorden wat schuld betekent.

Slide 4 - Question ouverte

Schrijf in eigen woorden wat rente betekent.

Slide 5 - Question ouverte

Vind jij dat je goed met geld kan omgaan? Waarom wel/niet?

Slide 6 - Question ouverte

Wat gaan we doen?
Vandaag lezen we bladzijde 175 en maken we opdracht 2 en 3.

Slide 7 - Diapositive

Rekenen
Redactiesommen
Verder met het boek (thema 9 en 10)

Slide 8 - Diapositive

Meester Joep wil alle kinderen van de school trakteren. Hoeveel pakken van 20 spekkies heeft hij nodig voor 367 kinderen?

Slide 9 - Question ouverte

Mijnheer de Koster koopt een boot voor 6800 euro. Hij betaalt alleen met briefjes van 100. Hoeveel briefjes moet hij geven?

Slide 10 - Question ouverte

Thijs krijgt 1/10 deel van 90 euro. Hoeveel euro krijgt hij?

Slide 11 - Question ouverte

Karlijn koopt 1,5 kilo snoep. hoeveel gram is dat?

Slide 12 - Question ouverte

Joey verkoopt T-shirts. Hij vraagt 7 euro per stuk. Op 1 dag verkoopt hij voor 154 euro. Hoeveel T-shirts verkocht hij?

Slide 13 - Question ouverte

Een groep van 934 ganzen trekt naar Zeeland. Daar komen er 667 aan. Hoeveel vogels zijn er onderweg verdwaald of dood gegaan?

Slide 14 - Question ouverte

Mevrouw Pieters wil voor 125 euro VVV bonnen kopen. Ze koopt 3 bonnen van 25 euro. Hoeveel bonnen van 12,50 kan ze dan nog kopen?

Slide 15 - Question ouverte