Luisteren

Luistertoets oefenen
1 / 26
suivant
Slide 1: Diapositive
NederlandsMBOStudiejaar 1

Cette leçon contient 26 diapositives, avec quiz interactifs, diapositives de texte et 2 vidéos.

time-iconLa durée de la leçon est: 60 min

Éléments de cette leçon

Luistertoets oefenen

Slide 1 - Diapositive

Wat gaan we doen?
Herhalen vorige week
Nieuwe theorie 
Oefenen

Slide 2 - Diapositive

Herhalen vorige week

Slide 3 - Diapositive

Wat is het verschil tussen de hoofdgedachte en het onderwerp

Slide 4 - Question ouverte

Wat is geen feit
A
De aarde is rond
B
Morgen is de voorspelling van het weer goed.
C
De docent weet het beter
D
Rutte is de nieuwe premier van Nederland

Slide 5 - Quiz

Wat is het verschil tussen een mening en een feit?

Slide 6 - Question ouverte

Een mening is
A
Objectief
B
Subjectief

Slide 7 - Quiz

Nieuw
tekstsoorten
tekstdoelen
samenhang 

Slide 8 - Diapositive

Tekstsoorten en doelen
Informerende teksten:
Nieuwsbericht, gebruiksaanwijzing, studieboek, uitnodiging, geboortekaartje, recensie​

Instruerende teksten:​
Recept, stappenplan, bijsluiter​
 Overtuigende teksten: ​
Betoog, ingezonden brief, column, toespraak, verkiezingsbijeenkomst​
Amuserende teksten: ​
Roman, stripverhaal, gedicht, toneelstuk, songteksten, cabaret

Slide 9 - Diapositive

Samenhang binnen gesproken teksten
De introductie:​
Het onderwerp en de spreker(s) worden geintroduceerd. Ook kunnen er aanwijzingen gegeven worden voor wat er in de gesproken tekst behandeld gaat worden.​
 Spreekpauze / verandering van beeld:​
- Als er een nieuw tekstdeel begint (vaak bij wisseling van deelonderwerp), houdt een spreker vaak een pauze of het beeld verandert.​

 Signaalwoorden en signaalzinnen​
- Deze geven aan hoe de informatie samenhangt. 

Slide 10 - Diapositive

Samenhang binnen gesproken teksten (2)
Nadruk op zinnen en woorden:​
- een spreker kan nadruk leggen op zinnen en woorden om aan te geven dat de informatie belangrijk is.​

 Informatie herhalen:​
- een spreker kan belangrijke informatie herhalen. Dat kan in dezelfde woorden, maar ook in andere woorden of in de vorm van een samenvatting.​

Slide 11 - Diapositive

Een recept is een:
A
Instruerende tekst
B
Overtuigende tekst
C
Amuserende tekst
D
Informerende tekst

Slide 12 - Quiz

Noem drie dingen waardoor je de samenhang van een gesproken tekst beter begrijpt.

Slide 13 - Question ouverte

Lees de tekst

Slide 14 - Diapositive

Waar denk je dat het fragment over gaat? Beschrijf in 15-20 woorden.

Slide 15 - Question ouverte

Slide 16 - Vidéo

Wat valt je op? Benoem de tekstsoort, het onderwerp, wie er spreekt en wat de rol is van de spreker of sprekers

Slide 17 - Question ouverte

Nieuw fragment
Luister goed
Maak aantekeningen
Standpunten en argumenten
onderwerp/hoofdgedachte

Slide 18 - Diapositive

Slide 19 - Vidéo

Wat is het onderwerp?

Slide 20 - Question ouverte

Wat is de tekstsoort?

Slide 21 - Question ouverte

Wie is de spreker?

Slide 22 - Question ouverte


Slide 23 - Question ouverte

Wat is het standpunt van de spreker? En waar hoor je dat aan?

Slide 24 - Question ouverte

Exitticket 1
Stel 1 vraag over iets dat je nog moeilijk vindt.

Slide 25 - Question ouverte

Exitticket 2
Wat ga je onthouden van de les?

Slide 26 - Question ouverte