3C5 - 11/10

Vandaag ga je leren: De bijvoeglijke bepaling


1 / 13
suivant
Slide 1: Diapositive
NederlandsMiddelbare schoolvmbo tLeerjaar 3

Cette leçon contient 13 diapositives, avec quiz interactifs, diapositives de texte et 1 vidéo.

time-iconLa durée de la leçon est: 150 min

Éléments de cette leçon

Vandaag ga je leren: De bijvoeglijke bepaling


Slide 1 - Diapositive


Theorie: Bijvoeglijke bepaling

Maken: Blz. 65 en 66: Opdr. 1 t/m 4


Slide 2 - Diapositive

Welke zinsdelen ken je en hoe vind je deze?

Slide 3 - Question ouverte

Benoem deze zin:
In Antwerpen heeft mijn buurvrouw een nieuwe broek gekocht.

Slide 4 - Question ouverte

In Antwerpen / heeft  /mijn buurvrouw /een nieuwe broek/ gekocht.

Pv = heeft

O = mijn buurvrouw

Gez = heeft gekocht

Lv = een nieuwe broek

Mw vp = x

bwb = In Antwerpen
Vraag: Wat is 'nieuwe' in deze zin?!

Slide 5 - Diapositive

Wat zou een bijvoeglijke bepaling kunnen zijn?

Slide 6 - Carte mentale

Slide 7 - Vidéo

Bijvoeglijke bepaling

1.  Geen zelfstandig zinsdeel

2. Hoort bij hetzelfde zinsdeel als bij het zelfstandig naamwoord.

3. Je kunt bijv. bep. weglaten.

4. Bijvoeglijke bep. staan voor of achter het zn binnen het zinsdeel.

Slide 8 - Diapositive

Stappenplan:

1. Zet zinsdeelstrepen

2. Benoem de zinsdelen

3. Zoek de zinsdelen met een zelfstandig naamwoord (kern)

4. Noteer de extra informatie over het zn in hetzelfde zinsdeel.

5. Meerdere zn in zinsdeel? => Direct achter het eerste zn is de bijvoeglijke. bep.

Slide 9 - Diapositive

Wat is een bijvoeglijke bepaling?
A
Dat is een zinsdeel.
B
Het is geen zinsdeel, het is een woordsoort
C
Dat is een deel van een zinsdeel.
D
Een bijvoeglijke bepaling is hetzelfde als een bijvoeglijk naamwoord.

Slide 10 - Quiz

Wat is het belangrijkste woord (de kern) van het eerste zinsdeel van deze zin?
Mijn allerliefste broertje van drie jaar / heeft / vorige week / een mooi cadeau / gekregen.
A
Mijn
B
allerliefste
C
broertje
D
drie jaar

Slide 11 - Quiz

Wat is de bijvoeglijke bep.?
De Deense zwemster heeft gezwommen.
A
De Deense
B
Deense
C
Deense zwemster
D
De Deense zwemster

Slide 12 - Quiz

Wat is een bijvoeglijke bepaling en hoe vind ik die?

Slide 13 - Question ouverte