1BK 2.5 woorden

• Nederlands
• Middelbare school
• vmbo b
• Leerjaar 1

Doelen van deze les

Je oefent met het gebruiken van woordenlijst  1  (2.5)

Je kent de meeste woorden van woorden 1 (2.5) 

Je oefent met het gebruiken van woordenlijst 2 (2.5)

Je kent de meeste woorden van woorden 2 (2.5) 

Je weet wat synoniemen zijn, herkent ze en kunt ze gebruiken

Je weet welke leerstof van 2.5 je moet leren

Dit is een les die je in je eigen tempo mag maken

Tussendoor kom ik nakijkbladen brengen

Aan het eind van de les maken we een Quiziz over de woorden

Oefen eerst met de woordtrainer

Magister - leermiddelen- Nederlands- hoofdstuk 2 - 2.5 woorden - woordtrainer

Kijk opdracht 2, 5 en 6 (2.5) na

Gebruik hiervoor de nakijkbladen

Verbeter je antwoorden, als dat nodig is

Maak nu opdracht 11, 12 en 15 (2.5)

Kijk opdracht 11, 12 en 15 (2.5) na

Gebruik hiervoor de nakijkbladen

Verbeter je antwoorden, als dat nodig is

Oefen nog een keer met de woordtrainer

Magister - leermiddelen- Nederlands- hoofdstuk 2 - 2.5 woorden - woordtrainer

Kijk nog eens naar de leerstof over synoniemen

Synoniemen zijn woorden met dezelfde betekenis.

Bijvoorbeeld de woorden bladzijde en pagina.

Sommige woorden hebben meer dan één synoniem.

Voorbeeld: goed, juist, correct.

Wat is synoniem voor het grootgedrukte woord?

Sinterklaas maakt me VROLIJK met een chocoladeletter

1. gek
2. grappig
3. blij
4. gelukkig

Wat is synoniem voor het grootgedrukte woord?

DE PERSOONLIJKHEID van Piet is vrolijk en vriendelijk.

1. het karakter
2. de broer
3. de aard
4. het humeur

Ben je nog niet klaar met deze les?

Dat is niet erg!

Je mocht werken in je eigen tempo en je kunt de les thuis afmaken

Hoe was het voor jou om zelfstandig met deze leerstof bezig te zijn?

Voor de toetsweektoets leer je

Woorden 1+2 van 2.5

Gebruik daarvoor deze LessonUp

Gebruik daarvoor de woordtrainer

Gebruik daarvoor je boek

De volledige leerstof vind je in Magister

Doelen van deze les

Je oefent met het gebruiken van woordenlijst  1  (2.5)

Je kent de meeste woorden van woorden 1 (2.5) 

Je oefent met het gebruiken van woordenlijst 2 (2.5)

Je kent de meeste woorden van woorden 2 (2.5) 

Je weet wat synoniemen zijn, herkent ze en kunt ze gebruiken

Je weet welke leerstof van 2.5 je moet leren