Grafieken maken

Hoe krijg je de volle punten voor een grafiek
Examen vragen:
1 / 14
suivant
Slide 1: Diapositive
BiologieMiddelbare schoolvmbo g, t, mavoLeerjaar 4

Cette leçon contient 14 diapositives, avec diapositives de texte.

time-iconLa durée de la leçon est: 30 min

Éléments de cette leçon

Hoe krijg je de volle punten voor een grafiek
Examen vragen:

Slide 1 - Diapositive

Van tevoren:
gebruik ALTIJD een potlood en een lineaal

Slide 2 - Diapositive

Stappen grafiek maken
Bepaal eerst welke grafiek er gemaakt moet worden 
(staat vaak in de opgave)
Zorg dat de Grootheid en de Eenheid erbij gezet wordt
Zorg voor een goede verdeling van de assen
Meet precies de meetpunten af
Bij staafdiagram: zorg voor een exact rechte bovenlijn van iedere staaf!

Slide 3 - Diapositive

Grootheid en eenheid
Grootheid is WAT je meet
Eenheid is de maar WAARIN je het meet
Vb:  


De grootheid en eenheid kan je bijna altijd vinden in de tabel met gegevens! Neem dat exact over!!
Grootheid: lengte
eenheid: meter
Grootheid: temperatuur
eenheid: graden Celsius
Grootheid: aantal
eenheid: ganzen

Slide 4 - Diapositive

Voorbeeld examenvraag 
voorbeeld examenvraag:
Op de uitwerkbijlage staat een stuk grafiekpapier.
 Maak op dit grafiekpapier een staafdiagram met de gegevens uit detabel. 

we weten nu dat er een staafdiagram gemaakt moet worden.
Kijk naar de volgende slide

Slide 5 - Diapositive

dit wordt de titel van de grafiek
Dit is de grootheid en de eenheid.
Dus naast de grafiek schrijf je op:
Deel van alle oorzaken (grootheid) in % (=eenheid)
dit worden de staven van de staafdiagram.
Zorg ook dat je de namen bij de juiste staaf zet

Slide 6 - Diapositive

Grootheid en eenheid juist = 1 punt
Grootheid en eenheid juist = 1 punt
Goede verdeling
Op de goede hoogte, exact rechte lijn

Slide 7 - Diapositive

Voorbeeldexamenvraag 
voorbeeld examenvraag:




we weten nu dat er een lijndiagram gemaakt moet worden.
Kijk naar de volgende slide

Slide 8 - Diapositive

Hier wordt verteld, waar de grafiek over gaat. Dit is dan ook de titel!
Hier staat al de grootheid leeftijd in de eenheid jaar.
Als er tijd staat, zet je deze altijd op de x-as (de platte op de bodem)
Je ziet hier de grootheid gewicht van de prostaat
De eenheid is gram

Slide 9 - Diapositive

Zet hier de grootheid gewicht van de prostaat
De eenheid is gram

Dus: gewicht prostaat in gram
Hier zet je de  grootheid leeftijd in de eenheid jaar.
Omdat er tijd staat, zet je deze  op de x-as 

Je schrijft dus op: leeftijd in jaar
Titel: Gemiddeld gewicht van de prostaat bij verschillende leeftijden

Slide 10 - Diapositive

Zet hier de grootheid gewicht van de prostaat
De eenheid is gram

Dus: gewicht prostaat in gram
Hier zet je de  grootheid leeftijd in de eenheid jaar.
Omdat er tijd staat, zet je deze  op de x-as 

Je schrijft dus op: leeftijd in jaar
Titel: Gemiddeld gewicht van de prostaat bij verschillende leeftijden
Kijk goed naar de getallen: verdeel deze zo over de assen, dat er geen leegte bovenin komt.

Geef ieder vakje dezelfde waarde: 
dus schrijf bijvoorbeeld op 10, 20, 30 etc.

Slide 11 - Diapositive

Zet hier de grootheid gewicht van de prostaat
De eenheid is gram

Dus: gewicht prostaat in gram
Hier zet je de  grootheid leeftijd in de eenheid jaar.
Omdat er tijd staat, zet je deze  op de x-as 

Je schrijft dus op: leeftijd in jaar
Titel: Gemiddeld gewicht van de prostaat bij verschillende leeftijden
Kijk goed naar de getallen: verdeel deze zo over de assen, dat er geen leegte bovenin komt.

Geef ieder vakje dezelfde waarde: 
dus schrijf bijvoorbeeld op 10, 20, 30 etc.

Slide 12 - Diapositive

Zet hier de grootheid gewicht van de prostaat
De eenheid is gram

Dus: gewicht prostaat in gram
Hier zet je de  grootheid leeftijd in de eenheid jaar.
Omdat er tijd staat, zet je deze  op de x-as 

Je schrijft dus op: leeftijd in jaar
Titel: Gemiddeld gewicht van de prostaat bij verschillende leeftijden
Als de verdeling bij de assen staan, zoek je de meetpunten op

Trek een vloeiende lijn tussen de meetpunten

Slide 13 - Diapositive

Slide 14 - Diapositive