Woordsoorten (HS1) Nieuw Nederlands

• Nederlands
• Middelbare school
• havo
• Leerjaar 1

Woordsoorten

• Zelfstandige naamwoorden
  
• Lidwoorden

Zelfstandige naamwoorden (ZN)

Welke is een zelfstandig naamwoord?

1. de
2. het
3. een
4. woord

Zelfstandige naamwoorden (ZN)

• Mens, dier, plant, ding of gevoel
  
• Je kan er de, het of een voorzetten
• Namen zijn ook zelfstandige naamwoorden: Almelo, Maud, IJssel
• Ze hebben een enkelvoud en meervoud: het dier, de dieren
• Je kan er een verkleinwoord van maken: het diertje
• Er kunnen meerdere zelfstandige naamwoorden in een zin zitten

Lidwoorden (LW)

Wat is GEEN lidwoord?

1. de
2. jouw
3. het
4. een

Bepaald lidwoord (BLW)

• De
• Het

De fiets.

Je spreekt over een specifieke fiets.

Onbepaald lidwoord (OLW)

• Een

Een fiets.

Je spreekt over een fiets in het algemeen.

Bepaalde en onbepaalde lidwoorden

• Staan voor een zelfstandig naamwoord: de fiets, het meisje, een aardappel
  
• Soms staat er bijvoeglijk naamwoord tussen: de mooie fiets.

Bepaald of onbepaald lidwoord?

Morgen moet ik de keuken opruimen bij oma.

Hoeveel zelfstandige naamwoorden staan er in de volgende zin:

Ik ga met de trein naar school.

1. 0
2. 1
3. 2
4. 3

Hoeveel zelfstandige naamwoorden staan er in de volgende zin:

Op zondag haal ik patat van de snackbar.

1. 2
2. 3
3. 4
4. 1

Maken HS1 blz 30/31

Opdrachten 1 tm 4 is huiswerk

Eerst opdracht 2 - 1 maken in je schrift.

10 minuten, gezamenlijk bespreken 

Huiswerk voor donderdag:

Opdrachten 1, 3, 4 op It's Learning

Zachtjes overleggen met je buurman of buurvrouw

Grammatica blok 3-  HS1 - ZN OLW BLW