2.2 radioactief verval

vandaag
leerdoelen: 
Ik weet wat radioactief verval is
ik kan met halveringstijden rekenen 
ik kan uit een grafiek de halveringstijd bepalen

nodig:
ipad
boek (dicht)
schrift+pen
1 / 27
suivant
Slide 1: Diapositive
NatuurkundeMiddelbare schoolvwoLeerjaar 3

Cette leçon contient 27 diapositives, avec quiz interactifs et diapositives de texte.

time-iconLa durée de la leçon est: 50 min

Éléments de cette leçon

vandaag
leerdoelen: 
Ik weet wat radioactief verval is
ik kan met halveringstijden rekenen 
ik kan uit een grafiek de halveringstijd bepalen

nodig:
ipad
boek (dicht)
schrift+pen

Slide 1 - Diapositive

planning
  • korte herhaling 2.1
  • uitleg radioactief verval en halveringstijd
  • zelf aan het werk
  • afsluiting

(5 min)
(15 min)
(25 min)
(5 min)

Slide 2 - Diapositive

Slide 3 - Diapositive

Slide 4 - Diapositive

blauw licht heeft _____ dan rood licht
A
een kleinere golflengte en meer energie
B
een grotere golflengte en meer energie
C
een grotere golflengte en minder energie
D
een kleinere golflengte en minder energie

Slide 5 - Quiz

Slide 6 - Diapositive

radioactieve straling
α- en β- straling zijn geen elektromagnetische straling, 
γ-straling is wel elektromagnetische straling.

Slide 7 - Diapositive

een molecuul bestaat uit
A
elektronen en protonen
B
kerndeeltjes
C
atomen

Slide 8 - Quiz

een atoomkern bestaat uit
A
elektronen en protonen
B
elektronen en neutronen
C
neutronen en protonen

Slide 9 - Quiz

Slide 10 - Diapositive

radioactieve straling
α, β en γ -straling komen vrij uit de atoomkern bij radioactief verval

Slide 11 - Diapositive

Radioactiviteit
Radioactieve stoffen zenden zelf straling uit.
Een radioactieve stof heeft instabiele kernen. Deze kern zal op een gegeven moment vanzelf veranderen. Dit noem je radioactief verval

Slide 12 - Diapositive

Alfa-verval ( zware deeltjes en positief geladen )

Slide 13 - Diapositive

bèta-verval (lichte deeltje negatief geladen, elektronen)

Slide 14 - Diapositive

gamma verval (geen lading en geen massa maar wel energierijk)

Slide 15 - Diapositive

een stof heeft een vervaltijd van 10 seconden, aan het begin zijn er 240 000 deeltjes van de radioactieve stof

Slide 16 - Diapositive

een stof heeft een vervaltijd van 10 seconden, aan het begin zijn er 240 000 deeltjes van de radioactieve stof

Slide 17 - Diapositive

Slide 18 - Diapositive

Slide 19 - Diapositive

Welke stof heeft de grootste halveringstijd?
A
A
B
B
C
C
D
D

Slide 20 - Quiz

Nikkel heeft een halveringstijd van 85 jaar. Stel dat je 1,6 gram nikkel hebt.
Hoe lang duurt het voordat je 0,2 gram nikkel-63 hebt?
A
85 jaar
B
255 jaar
C
425 jaar
D
510 jaar

Slide 21 - Quiz

De halveringstijd van instabiel Jodium is 8 dagen. Hoeveel procent is er na 16 dagen nog over?
A
50%
B
30%
C
25%
D
0%

Slide 22 - Quiz

schrijf in wetenschappelijke notatie:
0,00095

Slide 23 - Question ouverte

schrijf helemaal uit:
6,5 x 10^-6

Slide 24 - Question ouverte

Aan de slag
maak de opdrachten van 2.2
Klaar? nakijken!

Slide 25 - Diapositive

Lesdoel
Ik weet wat radioactief verval is

ik kan met halveringstijden rekenen

ik kan uit een grafiek de halveringstijd bepalen

Slide 26 - Diapositive

in het kort: radioactief verval
een atoomkern wordt spontaan een  andere atoomkern
alpha, beta en/of gammastraling komt vrij
de beginstof vervalt met een halveringstijd

Slide 27 - Diapositive