Burgerschap online les 21 januari

Burgerschap
De maatschappij dat ben jij
Hoofdstuk 2.1
Waarom werk je?
1 / 22
suivant
Slide 1: Diapositive
BurgerschapMBOStudiejaar 1

Cette leçon contient 22 diapositives, avec quiz interactifs et diapositives de texte.

time-iconLa durée de la leçon est: 60 min

Éléments de cette leçon

Burgerschap
De maatschappij dat ben jij
Hoofdstuk 2.1
Waarom werk je?

Slide 1 - Diapositive

Lesdoelen
Aan het einde van deze les:

kun je uitleggen wat arbeid is en wat basisbehoeften zijn;
kun je verschillende redenen noemen waarom mensen werken;
ben je bewust van het nut van je eigen werk;
heb je inzicht in formele en informele arbeid.

Slide 2 - Diapositive

Het belangrijkste van werk is voor jou...

Slide 3 - Question ouverte

Slapend rijk worden zou echt ideaal zijn
A
Ja absoluut
B
Nee want al dat geld is ook echt niet zaligmakend

Slide 4 - Quiz

Werken geeft status en dat is iets wat ik belangrijk vind
A
Ja
B
Nee

Slide 5 - Quiz

Ik vind mijn werk
A
Leuk
B
Totaal niet leuk, ik begrijp ook niet waarom ik er nog werk
C
Zinvol! Het werk geeft mij voldoening en ik heb prettige collega's
D
Mwa..ik werk er vooral omdat ik het geld nodig heb

Slide 6 - Quiz

In welke sector of branche werk je?

Slide 7 - Question ouverte

Wat is jouw functie?

Slide 8 - Question ouverte

Hoeveel uur per week werk je?

Slide 9 - Question ouverte

Slide 10 - Diapositive

Denk aan termen als: waardering, ontplooiing, sociale contacten, zekerheid, regelmaat, ontwikkeling en inkomen 
Wat betekent
werken voor jou?

Slide 11 - Carte mentale

Slide 12 - Lien

Beschrijf in eigen woorden het nut van werk voor bedrijven en organisaties

Slide 13 - Question ouverte

Beschrijf in eigen woorden het nut van werken voor de maatschappij en economie

Slide 14 - Question ouverte

Probeer je een wereld voor te stellen waarin niemand werkt. Beschrijf de gevolgen voor de natuur en de volksgezondheid

Slide 15 - Question ouverte

Probeer je een leven voor te stellen waarin iedereen een basisinkomen krijgt van de overheid en je alleen hoeft te werken als je meer geld wilt hebben. Beschrijf de gevolgen voor burgers en de economie.

Slide 16 - Question ouverte

Ga naar bladzijde 32 van je boek en lees het stukje tekst over verschillende soorten arbeid

Slide 17 - Diapositive

Hetzelfde type werk kan formeel of informeel zijn. Geef een voorbeeld van een situatie waarin het huishouden doen formele arbeid is

Slide 18 - Question ouverte

Geef een voorbeeld van een situatie waarin het huishouden informele arbeid is

Slide 19 - Question ouverte

Hoe zit het met het zorgen voor kinderen? Wanneer is dat formele arbeid?

Slide 20 - Question ouverte

Hoe besteed jij je werktijd? Beschrijf wat je doet (formele arbeid, betaalde arbeid, onbetaalde arbeid, informele arbeid) en hoeveel uur je daar per week aan besteedt

Slide 21 - Question ouverte

Slide 22 - Diapositive