UNITE 3 ontkenning + de kloktijden in het Frans

• Frans
• Middelbare school
• vmbo t
• Leerjaar 1

Unité 3: Après les cours

Leerdoel 2: ik kan de ontkenning gebruiken in het Frans.

Leerdoelen

Lesdoel 1: ik kan de ontkenning gebruiken in het Frans.

lesdoelen

lesdoel 2: ik kan de klok in het Frans lezen

Welke schoolvakken zijn er?

Nu in het Frans: Welke schoolvakken zijn er? (Kijk in je boek)

Waar denk je nog meer aan als het over school gaat?

Wat betekent de ontkenning ne...pas?

1. geen
2. niet
3. nooit
4. niet meer

Uit welke woorden bestaat de ontkenning

1. alleen pas
2. alleen ne
3. ne/n' pas
4. non pas

Leerdoel 2: ik kan de ontkenning gebruiken in het Frans.

1. onvoldoende
2. voldoende
3. goed
4. zeer goed

Tu aimes les mathes toi?

Moi, je suis forte en maths.

Je suis nul en maths!

Quelle est ta matière préférée?

1. Vind jij wiskunde leuk?

2. Ik ben goed in wiskunde.

4. Wat is jouw lievelingsvak?

3. Ik ben slecht in wiskunde! 

Kies de juiste vertaling van het woord
(goed)

1. Forte
2. nul
3. fort
4. nule

Kies de juiste vertaling van het woord
(slecht)

1. nul
2. forte
3. nule
4. fort

Kies de juiste vertaling van het woord
(sorry)

1. désolé
2. détester

Kies de juiste vertaling van het woord
(vaak)

1. vraiment
2. souvent

Kies de juiste vertaling van de zin
(Ik ben in de bioscoop)

1. Je suis au cinéma
2. Je suis au collège

Kies de juiste vertaling van de zin
(Hoe laat is het)

1. Quelle heure est il
2. Il est onze heures.

les heures

Quelle heure est-il? ->Il est ... heure(s)

-> Il est une heure

     Il est deux heures

     Il est trois heures

Il est midi - 12 uur 's middags

Il est minuit - 12 uur 's nachts

Les heures - half

il est une heure et demie

il est deux heures et demie

il est trois heures et demie

etc.

Les heures - kwart over

il est une heure  et quart

il est deux heures et quart

il est trois heures et quart

etc.

Les heures - kwart voor

il est une heure moins le quart

il est deux heures moins le quart        

il est trois heures moins le quart

etc.

Quelle heure est-il?

Om te zeggen hoe laat het is gebruik je: Il est .... heures.

het is kwart over ......      = il est ........ heures et quart

het is half........                   = il est ........ heures et demie
het is kwart voor ........    = il est ........ heures moins le quart
het is twaalf uur 's middags = il est midi
het is twaalf uur 's nachts     = il est minuit

Noteer 3 Franse woorden
die met klokkijken
te maken hebben

Il est midi

1. Het is middag
2. Het is 12 uur 's middags
3. Het is tijd
4. Het is 12 uur 's nachts

Il est huit heures et quart

1. Het is 8 uur
2. Het is half 8
3. Het is kwart over 8
4. Het is kwart voor 8

Il est trois heures moins le quart

1. Het is half 3
2. Het is kwart voor drie
3. Het is kwart over 3
4. Het is half 4

Vertaal de kloktijd in het Nederlands:
Il est sept heures et demie

Il est cinq heures et demie

1. Het is half 5
2. Het is 5 uur
3. Het is kwart over 5
4. Het is half 6

Vertaal de kloktijd in het Nederlands:
Il est trois heures et quart

Vertaal de kloktijd in het Nederlands:
Il est dix heures moins le quart