Lektion 6: Schreib mal BK1

Lektion 6: Schreib mal

Hallo, ich bin! 

Leerdoel

Kennismaken met eenvoudige Duitse zinnen en uitdrukkingen om jezelf en je familie voor te stellen.

Oefenen met het schrijven van een kort bericht in het Duits.

Vocabulaire 1: voorstellen

Ik = 

Ik heet = 

Ik ben ... jaar oud = 

Mijn moeder/vader/broer/zus/opa/oma heet= 

We zijn met ... in mijn gezin = 

Vocabulaire 2: groeten en afscheid nemen

Voorbeeldzinnen groeten:

Guten Morgen!

Guten Abend!
Guten Tag!

Voorbeeldzinnen afscheid nemen:

Auf Wiedersehen! Tschüss! Bis bald!

Oefening 1: Invullen

Vul de ontbrekende woorden in en vertaal naar het Duits:

1. ___ (Ik) heiße Anna.

2. ___ (Ik) bin zwölf Jahre alt.

3. ___ (Ik) habe einen Bruder und eine Schwester.

4. ___ (Mijn familie) besteht aus fünf Personen.

5. ___ (Mijn moeder) heißt Petra und ___ (mijn vader) heißt Klaus.

Oefening 2: Vertalen

Vertaal de volgende zinnen naar het Nederlands:

1. Mein Name ist Lisa. Ich bin dreizehn Jahre alt.

2. Ich habe zwei Brüder und eine Schwester.

3. Unsere Familie besteht aus sechs Personen.

Oefening 3: Schrijf een e-mail

Schrijf een korte e-mail in het Duits waarin je jezelf voorstelt, je leeftijd, je woonplaats en iets vertelt over je familie. Gebruik de zinnen die je in de oefeningen hebt geleerd.

Begin met een begingroet en eindig met een afscheidsgroet. 

Voorbeeld van een e-mail

Liebe Herr [naam van Docent],

Mein Name ist [naam] und ich bin [leeftijd] Jahre alt. Ich habe [aantal] Geschwister. Meine Familie besteht aus [aantal] Personen. Meine Mutter heißt [naam van moeder] und mein Vater heißt [naam van vader]. Ich habe einen Bruder namens [naam van broer] und eine Schwester namens [naam van zus].

Ich freue mich sehr, Deutsch zu lernen, und hoffe, dass wir eine interessante Zeit zusammen haben werden.

Mit freundlichen Grüßen,

[Je naam]

Vragen?

 Huiswerk 

Hausaufgaben Lektion 6:
Aufgabe 1 und 2 auf Seite 42
Aufgabe 3 und 4 auf Seite 43
Aufgabe 5 und 6 auf Seite 44